32
W 180 P
NL
De volgende materialen zijn niet geschikt om te worden
verwerkt:
Dispersie- en latexverven, Materialen die sterk schurende bestanddelen bevatten, Glazuren
met grove bestanddelen, Afbijtmiddelen en logen, Silicaat verven. Het verwerken van
die spuitmaterialen kan een verhoogde slijtage of schade aan de pomp door corrosie tot
gevolg hebben, wat niet door de WAGNER-garantie gedekt is.
Werking van het pistool
Het pistool zuigt spuitmateriaal op. De verneveling gebeurt via het Airless procédé; het
spuitmateriaal staat daarbij onder hoge druk en wordt in een roterende beweging door de
boring van de spuitkop naar buiten geperst.
Voorbereiden van het spuitmateriaal
Om deze lakken te kunnen verspuiten moet deze verdund worden. Gebruikelijk is dat op de
meeste verfbussen de spuitverdunning staat vermeld; zo niet raadpleeg uw vakhandelaar
of kijk op de bijgesloten viscositeitstabel (viscositeit = dikte van de verf).
Hanleidingstabel voor viscositeit
Verfmateriaal
Viscositeit:
Uitlooptijd in seconden
Oplosmiddelhoudende
vernissen/grondverven
20-35
20-45
Water-verdunbare vernissen/
grondverven
20-50
20-60
Autolakken
18-22
18-22
Houtbeschermingsmiddelen,
desinfecteringsmiddelen,
plantbeschermingsmiddelen,
politoeren, oliën
onverdund
Hamerslag-effektlakken
25-35
30-45
Aluminiumlakken
20-30
20-30
Het meten van de Viscositeit
De viscositeitsbeker (Illus. 1) in de verf onder dompelen. Dan de beker optillen. Met de
tyt tot dat de verftstraal ophoudt. Vergelyk deze "uitlooptyd" met de viscositeitstabel.