43
INSTALLATIE VAN DE SOfTWARE
7.
Plaats de meegeleverde CD in de betreffende drive van uw computer.
1.
Na het plaatsen van de CD start het installatieprogramma vanzelf. Afhankelijk van uw systeem en
2.
de configuratie moet u de installatie eventueel ook handmatig starten. Hiervoor moet het bestand
„setup.exe“ van de CD worden gestart.
Het installatieprogramma leidt halfautomatisch door de installatie van het programma, hierbij moet
3.
de licentieovereenkomst geaccepteerd worden, ook kan een andere directory als de aangeboden
installatiedirectory worden geselecteerd. Na succesvolle installatie moet u de CD in de drive laten.
Het icoon voor het programma wordt op het bureaublad geplaatst („Sound Datalogger“).
Sluit de gebruiksklare datalogger op de computer aan. Na korte tijd meldt de computer nieuwe
4.
hardware en begint met de installatie van het USB stuurprogramma.
Volg de instructies en aanwijzingen op, die het installatieprogramma aangeeft.
5.
Na het beëindigen van de installatie kan het programma „Sound Datalogger“ worden gestart.
6.
Hulp respectievelijk de nauwkeurige beschrijving van de afzonderlijke functies van de software is
7.
te vinden in het hulpmenu „Help - Help-Topics“. Klik als alternatief op het symbool van het gele
vraagteken.
DATALOGGER PROGRAmmEREN
8.
Sluit de datalogger aan op een PC en start het programma „Sound Datalogger“.
1.
In het programma kan via „Instrument – Datalogger Setup“ of via het kleine computerpictogram in
2.
de functiebalk de datalogger vooraf worden ingesteld (zie de paragraaf „Datalogger instellen“).
Hulp respectievelijk de nauwkeurige beschrijving van de afzonderlijke functies van de software
3.
is te vinden in het hulpmenu „Help - Help-Topics“. Klik als alternatief op het symbool van het gele
vraagteken.
Het setup-programma geeft in de blauwe, bovenste balk de verbinding met de datalogger aan.
4.
Connected = Datalogger is klaar voor gebruik
-
Not Connected = Datalogger is niet klaar voor gebruik of niet aangesloten.
-
Na het met succes programmeren van de datalogger kan op „Setup“ worden geklikt om de
5.
instellingen in de datalogger op te slaan. De datalogger is nu geprogrammeerd en staat
startklaar.