59
• Kies met de toets
REC
(6) het menupunt "Unit": Hier kunt u de meeteenheid omschakelen.
• Druk op de toets
MODE -- DC AC
(7) om de meeteenheid te kiezen.
- t = millitesla (mT)
- g = gauss (g)
• Bevestig uw keuze door indrukken van de toets
REC
(6) of sluit de instelling af zonder op te slaan met de toets
HOLD
(5). Uw keuze wordt opgeslagen. De weergave schakelt terug naar de normale meetmodus.
d) Kalibratie-instelling
De kalibratiefunctie "CLr" is alleen geschikt voor onderhouds- en instelwerkzaamheden door geschoold
personeel. Schakel alleen naar deze menuoptie zonder iets te veranderen. Breng geen wijzigingen in de
instellingen aan.
10. Uitvoeren van een meting
De zeer gevoelige sensor geeft in normaal bedrijf altijd een lage waarde aan. Deze waarde komt overeen
met het magneetveld van de aarde en kan via een nulinstelling worden gecompenseerd.
Met het meetapparaat kunnen de magnetische gelijk- en wisselvelden worden gemeten. De meetmodus moet
conform het veldtype en de meetresolutie worden ingesteld.
Elke beweging van de sensor kan tot veranderingen in de meetwaarde leiden. Breng bij vaste metingen de
sensor voorafgaand aan de meting al naar het te testen object en schakel dan pas het meetapparaat in.
a) Nulinstelling (relatieve meting)
Door de zeer gevoelige sensor wordt het natuurlijke magneetveld van de aarde weergegeven. Om deze waarde niet
in de meting te betrekken, kan de weergave wordt op nul gezet worden. Voer voorafgaand aan het meten van zeer
zwakke veldsterktes altijd een nulinstelling uit. Ga daarbij als volgt te werk:
• Schakel het meetapparaat in.
• Plaats het meetapparaat op de daarvoor bestemde meetplaats.
• Druk ca. 2 seconden op de toets
ZERO
(1) totdat de weergave op nul is ingesteld. Zodra u de waarde "0" in het
lcd-display (3) en de nulweergave ziet, laat u de toets los. Een pieptoon bevestigt dit proces akoestisch. De actieve
nulinstelling is uitgevoerd.
• De metingen kunnen worden uitgevoerd.
• Voor het uitschakelen van de nulinstelling drukt u ca. 2 seconden op de toets
ZERO
(1). De "0"-weergave verdwijnt
en de waarde "0" kan mogelijk weer veranderen. De weergegeven waarde vertegenwoordigt nu weer de invloeden
van het magneetveld van de aarde. Een pieptoon bevestigt de uitschakeling de nulinstelling.