72
Na de aansluiting van de omvormer aan de spanningsbron (vb. een voertuigaccu) kan
de omvormer in gebruik worden genomen.
• Let voor de aansluiting van de omvormer aan een sigarettenaanstekerbus op hoofdstuk 6.
• De “Power”-LED van de omvormer licht op en geeft aan dat deze gebruiksgereed is.
Bij de meeste voertuigen is de spanning aan de sigarettenaanstekerbus slechts geacti-
veerd, wanneer de ontsteking van het voertuig wordt ingeschakeld.
Als de ontsteking is ingeschakeld en de “Power”-LED niet oplicht, dient u het hoofdstuk
“Storingen verhelpen” te raadplegen.
• Sluit een verbruiker aan het stopcontact van de omvormer aan.
De nominale spanning van de verbruiker (zie kentekenplaatje op de verbruiker
of in de gebruiksaanwijzing) mag het uitgangsvermogen van de omvormer niet
overschrijden.
De verbruiker is klaar voor gebruik.
• Bij overbelasting, oververhitting of onderspanningsherkenning licht de “Fault”-LED op.
• Als de werking van de omvormer beëindigd moet worden, ontkoppelt u de verbruiker van de
omvormer en trekt u de sigarettenaansteker van de omvormer uit de sigarettenaansteker-
bus.
gebruik van het uSB-uitgangsbus
Deze aansluiting kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het opladen van een smartphone of
tabletcomputer.
De USB-uitgangsbus levert een spanning van 5 v/DC en een stroom van tot 2 A.
Hiervoor moet de omvormer met de spannings-/stroomverzorging verbonden zijn
(“Power”-LED licht op).
