93
6
Auto Mode
Hier kan de permanente meetmodus worden in- of uitgeschakeld. Door op de toets “Enter” te drukken, wordt de
schuifschakelaar op het scherm geactiveerd.
I = ingeschakeld, o = uitgeschakeld
In de permanente meetmodus zijn de automatische uitschakelfuncties gedeactiveerd. Let op om na het
einde van de meting, het meettoestel uit te schakelen.
7
Max/Min
Hier kan de automatische weergave van de min- en max. meetwaarde tijdens een meting worden in- of uitgeschakeld.
Door op de toets “Enter” te drukken, wordt de schuifschakelaar op het scherm geactiveerd.
I = ingeschakeld, o = uitgeschakeld
8
Average/Dif
Hier kan de automatische weergave van de gemiddelde en differentiewaarden uit de min. en max. meetwaarde
tijdens een meting worden in- of uitgeschakeld. Door op de toets “Enter” te drukken, wordt de schuifschakelaar op
het scherm geactiveerd.
I = ingeschakeld, o = uitgeschakeld
9
Ambient Temp/RH
Hier kan de automatische weergave van de omgevingstemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid worden in- of
uitgeschakeld. Door op de toets “Enter” te drukken, wordt de schuifschakelaar op het scherm geactiveerd.
I = ingeschakeld, o = uitgeschakeld
De sensoren voor omgevingstemperatuur en relatieve luchtvochtigheid zijn in het meettoestel (14) inge-
bouwd. Let op de vertraagde meting door de constructieve opstelling van de sensoren. Geef het meettoe-
stel voldoende tijd om zich aan de omgevingstemperatuur aan te passen (ca. 30 minuten voor een stabiele
meetwaarde).
10
Dew point/Wetbulb
Hier kan de automatische weergave van het dauwpunt en de verdampingstemperatuur (n.bol/WetBulb) worden inof
uitgeschakeld. Door op de toets “Enter” te drukken, wordt de schuifschakelaar op het scherm geactiveerd.
I = ingeschakeld, o = uitgeschakeld
Het dauwpunt en de verdampingstemperatuur zijn rekenkundige waarden die worden berekend uit de
IRoppervlaktetemperatuur, omgevingstemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid. De sensoren voor
omgevingstemperatuur en relatieve luchtvochtigheid zijn in het meettoestel (14) ingebouwd. Let op de
vertraagde meting door de constructieve opstelling van de sensoren. Geef het meettoestel voldoende tijd
om zich aan de omgevingstemperatuur aan te passen (ca. 30 minuten voor een stabiele meetwaarde).
11
Type-K
Hier kan de automatische weergave van een externe type-K-thermo-elementsensor worden in- of uitgeschakeld. Door
op de toets “Enter” te drukken, wordt de schuifschakelaar op het scherm geactiveerd.
I = ingeschakeld, o = uitgeschakeld
Summary of Contents for 1274960
Page 103: ......