4
030430.02
Waterlock HPW
3
Installatie
3 .1 Opstelling waterlock HPW
Stel de waterlock zoveel mogelijk vertikaal op.
Plaats de waterlock ‘achterstevoren’ naast de motor als achter de mo-
tor onvoldoende ruimte beschikbaar is.
Omdat de waterlock tijdens het gebruik water bevat, neemt het ge-
wicht aanzienlijk toe. Monteer daarom de waterlock aan het dek zo-
als in de tekening is aangegeven.
L
et
op
Zorg ervoor dat onder alle vaarcondities (b.v. varend onder hel-
ling) aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:
• de ‘IN’-aansluiting van de waterlock bevindt zich onder het
niveau van de uitlaatinjectiebocht.
• de afstand tussen de onderkant van de koelwateruitgang van
de motor en het hoogste punt van de waterlock bedraagt mi-
nimaal 5 cm.
Zie hoofdstuk 4 voor aanvullende informatie over het uitlaatsysteem.
3 .2 Opstelling uitlaatspiegeldoorvoer
Monteer de uitlaatspiegeldoorvoer op een zodanige plaats in de
spiegel dat bij een beladen schip de spiegeldoorvoer zich nog ten-
minste 5 cm boven de waterlijn bevindt.
Type
Volume
Ø IN
Ø OUT
Maximaal motorvermogen*
HPW102
55 liter
102 mm
102 mm
100 kW (136 pk)
HPW127
127 mm
127 mm
155 kW (211 pk)
HPW152
152 mm
152 mm
222 kW (302 pk)
HPW127152
127 mm
152 mm
188 kW (256 pk)
HPW203
130 liter
203 mm
203 mm
409 kW (557 pk)
HPW250
250 mm
250 mm
621 kW (846 pk)
HPW152203
152 mm
203 mm
313 kW(426 pk)
HPW203250
203 mm
250 mm
510 kW (694 pk)
HPWL152
152 mm
152 mm
229 kW (312 pk)
3 .3 Uitlaatleiding
Om een goede afvoer van het in de uitlaatleiding geïnjecteerde
koelwater te verzekeren dient de uitlaatleiding, vanaf het waterinjec-
tiepunt tot aan de waterlock, over de volledige lengte op afschot te
worden geïnstalleerd.
W
aarschuWinG
De uitlaatleiding bevat tijdens bedrijf water. Het gewicht neemt
hierdoor aanzienlijk toe, ondersteun daarom de uitlaatleiding.
De uitlaatleiding van waterlock naar spiegeldoorvoer moet zo wor-
den geïnstalleerd dat:
- Het hoogste punt in de uitlaatleiding zich niet meer dan 150 cm
boven de onderzijde van de waterlock bevindt.
- De lengte van dat deel uitlaatleiding, tussen de waterlock en het
hoogste punt, niet meer dan 300 cm bedraagt.
3 .4 Slangaansluitingen
Om de slangen optimaal op de waterlock te kunnen aansluiten zijn
beide
slangaansluitingen 360° draaibaar.
Draai de bouten los alvorens de slangaansluitingen te verdraaien!
Schroef de slangaansluitingen weer vast met een aanhaalmoment
van
1 Nm
.
*Gebaseerd op een toegestane tegendruk van 0.1 bar.
NEDERLANDS
Summary of Contents for HPW
Page 23: ...030430 02 23 Waterlock HPW ...