D400
2013-06
Pagina 15
6. Zorg ervoor dat de aangegeven zones rond de rolstoelgebruiker niet in aanraking
komt met de vaste onderdelen van het voertuig.
7. Maak de voorste veiligheidsgordels vast volgens de instructies van het op de
aangegeven plaats riem-systeem van de fabrikant. (figuur 3)
Deze plaats is gemarkeerd op de rolstoel door een symbool. (figuur 4)
8. Rol de rolstoel naar achteren tot de voorste gordels strak zijn.
9. Activeer de remmen van de rolstoel.
10. Maak de achterste veiligheidsgordels vast volgens de instructies van het op de
aangegeven plaats riem-systeem van de fabrikant. (figuur 3)
11. Deze plaats is gemarkeerd op de rolstoel door een symbool. (figuur 4)
Figuur 3
Procedure om de rolstoelgebruiker vast te maken:
1. Verwijder beide armsteunen.
2. Indien aanwezig, bevestig de rolstoel bekkengordel.
3. Bevestig het veiligheidssysteem voor inzittenden volgens de instructies van het riem-
systeem van de fabrikant.
4. Draag de bekkengordel laag over de voorkant van de bekken, zodat de hoek van de
bekkengordel binnen de gewenste zone van 30° tot 75 ° met de horizontale is,
analoog zoals hieronder aangegeven.
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 4
Handgrepen in
laagste positie
zetten