
13
3. INSTALLATIE
Locatie
1. Ventilatie
De locatie waar u uw vriezer plaatst, moet goed geventileerd zijn en
de lucht mag er niet te warm zijn. Plaats de vriezer niet in de buurt
van een warmtebron, zoals een fornuis of boiler, en zorg dat er geen
direct zonlicht op valt, zodat het koeleffect gegarandeerd is en u
bespaart op energieverbruik. Plaats de vriezer niet op een vochtige
plaats, zodat de vriezer niet roest en er geen lekstroom optreedt. Het
resultaat van de totale ruimte waarin de vriezer wordt geïnstalleerd,
gedeeld door de hoeveelheid koelmiddel van de vriezer, mag niet
minder zijn dan 8 g/m³.
2. Ruimte voor warmteafvoer
Tijdens het werken geeft de vriezer warmte af aan de omgeving.
Daarom moet er ten minste
30 mm
vrije ruimte zijn aan de
bovenkant, meer dan 100 mm aan beide zijkanten en meer dan 50
mm aan de achterkant van de vriezer.
3. Vlakke ondergrond
Zet de vriezer op een stevige en vlakke ondergrond (vloer) zodat
ze stabiel staat, anders kunnen er trillingen en lawaai ontstaan.
Wanneer de vriezer op vloermaterialen zoals tapijt, stromatten of
polyvinylchloride wordt geplaatst, moeten de vaste steunplaten
onder de vriezer worden aangebracht om kleurverandering door
warmteafvoer te voorkomen.
Opmerking!
•
De hoeveelheid koelmiddel die de vriezer bevat, vindt u op het rating
label.
Summary of Contents for VPMVR50
Page 23: ...23...
Page 33: ...33 VPMVR50 FREEZER INSTRUCTIONS FOR USE...
Page 54: ...54...
Page 64: ...64 CONG LATEUR MANUEL D UTILISATION VPMKK50...
Page 85: ...85...
Page 95: ...95 VPMKK50 GEFRIERSCHR NK GEBRAUCHSANLEITUNG...
Page 116: ...116...