LEDA60CW/LEDA60NW/LEDA60WW
V. 02
–
31/03/2014
7
©Velleman nv
Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
4.
Eigenschappen
led-paneel
makkelijk te installeren: voor systeemplafond
zeer heldere leds: 360 SMD-leds, 3014
led-driver: hoogwaardige kwaliteit, constante stroom
kabelset voor ophanging (niet meegelev.): LEDA60C
behuizing: aluminium
lichtverdeler: mat plexiglas.
5.
Installatie
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
A
led-paneel
B
netadapter
E
ophangkabels (niet meegelev.)
C
naar het lichtnet
F
plafondbevestiging
D
naar het led-paneel
G
paneelhouders
5.1
Inbouwen in een systeemplafond
Voor het inbouwen in een systeemplafond, gaat u als volgt te werk:
1.
Controleer of de constructie voldoende sterk is om het gewicht van het led-paneel
[A]
te dragen, en of het
paneel in het systeemplafond past.
2.
Verwijder het paneel waar u het led-paneel wil installeren.
3.
Bevestig de netadapter
[B]
op een geschikte plaats in het plafond.
4.
Gebruik geschikte kabels van het lichtnet en sluit deze aan op de netadapter
[C]
.
Waarschuwing
: Zorg voor een beveiligde aansluiting. Het stroomcircuit moet geaard zijn en met een
geschikte zekering beveiligd zijn.
5.
Sluit de netadapter
[D]
aan op het led-paneel. Draai de beschermkap
[H]
stevig vast op de aansluiting.
6.
Verwijder de beschermfolie aan de achterkant van het led-paneel.
7.
Plaats het led-paneel in het systeemplafond.
Het paneel is nu gebruiksklaar. Het licht op wanneer u het inschakelt.
5.2
Het led-paneel ophangen
Gebruik de LEDA60C-kabelset (apart verkrijgbaar), om het led-paneel aan het plafond te bevestigen.
1.
Controleer of de constructie voldoende sterk is om het gewicht van het led-paneel
[A]
te dragen, en of het
paneel in de ruimte past.
Controleer of alle elektrische kabels lang genoeg zijn voor de gewenste ophanghoogte.
2.
Bevestig de netadapter
[B]
op een geschikte plaats.
3.
Gebruik geschikte kabels van het lichtnet en sluit deze aan op de netadapter
[C]
.
Waarschuwing
: Zorg voor een beveiligde aansluiting. Het stroomcircuit moet geaard zijn en met een
geschikte zekering beveiligd zijn.
4.
Op alle ophangkabels
[E]
, draai de kabelhouders
[J]
van de plafondbevestiging
[I]
los.
5.
Boor 4 gaten
[K]
in het plafond voor de plafondbevestiging. Plaats geschikte pluggen
[L]
(niet meegelev.)
en maak de plafondbevestiging vast aan het plafond met de geschikte schroeven
[M]
(niet meegelev.).
6.
Op alle ophangkabels, druk op het klemmetje
[N]
op de kabelhouder om de kabel los te maken. Trek deze
enkele centimeters uit
[O]
.
7.
Draai de kabelhouders terug in de plafondbevestiging. Zorg ervoor dat de ophangkabel door de sleuf
[P]
loopt.
Opmerking
: Draai de houders er nog niet helemaal in, zodat u de kabellengte later nog kunt
aanpassen.
8.
Verwijder de schroeven uit de paneelhoudergaten op het led-paneel en gebruik deze om de paneelhouders
aan het led-paneel
[Q]
te bevestigen.
9.
Druk op het klemmetje op de kabelhouders en regel de kabellengte tot het led-paneel waterpas hangt.
10.
Draai de kabelhouders volledig in de plafondbevestiging.
11.
Knip indien nodig de te lange kabeluiteinden af.
Opgelet
: Laat minstens 10 mm kabel zichtbaar, zodat u de
kabellengte later nog kunt aanpassen.
12.
Sluit de netadapter
[D]
aan op het led-paneel. Draai de beschermkap
[H]
stevig vast op de aansluiting.