WS1170
Rev. 04
07.03.2011
©
Velleman nv
8
•
Wacht ± 3 minuten tot de temperatuur op de display van het basisstation verschijnt.
Druk niet op een
toets vóór het weerstation de gegevens heeft ontvangen.
•
Monteer nu beide stations (zie “
6. De stations monteren
”) op een afstand waar het basisstation de
signalen van het buitenstation kan opvangen.
Na elke inschakeling van het buitenstation (bv. nadat u de batterijen heb vervangen) wordt er een
willekeurige veiligheidscode uitgezonden. Deze code moet synchroon met het basisstation lopen om de
meteorologische gegevens te kunnen opvangen. U dient dus na het inschakelen van het buitenstation ook
het basisstation opnieuw in te schakelen.
Na het inschakelen van het basisstation hoort u een korte pieptoon terwijl alle segmenten op de LCD
gedurende 3 seconden oplichten. Daarna bevindt het basisstation zich in de leermodus. Na de leermodus
schakelt het over naar de radiogestuurde DCF en RCC tijdsontvangst. Gedurende deze periode (± 10
minuten) zal het station geen gegevens kunnen opvangen. Indien het RCC-signaal niet binnen 1 minuut
wordt opgevangen, dan wordt de scanopdracht uitgeschakeld en zal het station elke twee uur het signaal
proberen op te vangen. Er worden radiogolven uitgezonden wanneer de RCC-ontvangst gevestigd is.
Druk geen enkele toets in de leermodus (± 3 minuten).
Nadat de data van zowel binnen- als
buitenshuis op de display is verschenen, kunt u het buitenstation monteren en de tijd instellen (indien het
station geen RCC-signalen ontvangt). Zorg ervoor dat u, wanneer er geen temperatuur weergegeven wordt,
de twee stations binnen zendbereik opstelt. Controleer eventueel de batterijen. Hebt u per ongeluk op een
toets gedrukt tijdens de ontvangst van het temperatuursignaal, verwijder dan de batterijen en plaats deze
opnieuw in het toestel na ± 10 seconden.
De tijd en de datum worden door een zeer precieze atomische klok gestuurd. Noteer dat, indien het station
het radiosignaal kan ontvangen, het naar een DCF radiosignaal zoekt en de manueel ingestelde tijd en
datum overschreven worden.
6.
De stations monteren
a.
Het basisstation
Open de voetjes achteraan het toestel en plaats het basisstation op een
horizontaal oppervlak. U kunt het station ook aan de muur monteren. Het
is belangrijk dat u, alvorens beide stations monteert, de zendafstand in
het oog houdt.
b.
Het buitenstation
Om een zo nauwkeurige temperatuurweergave te verkrijgen, monteert u
het buitenstation best niet in het directe zonlicht. De beste montageplaats
is een noordelijke muur. Obstakels zoals muren, beton en grote metalen
voorwerpen kunnen het signaal echter verstoren.
Monteer de montagebeugel aan de muur met behulp van de drie
schroeven. Glijd het station op de beugel zoals afgebeeld.
7.
Omschrijving van de LCD
a.
Overzicht
Raadpleeg de figuur op pagina
2
van deze handleiding.
1
DST (
D
aylight
S
aving
T
ime - zomertijd)
16
vochtigheidsgraad buitentemperatuur
2
DCF77 radiosignaal
17
HI / LO alarm buitentemperatuur en
vochtigheidsgraad
3
tijd
18
binnentemperatuur
4
icoon radiogestuurde tijd
19
buitentemperatuur
5
icoon alarm ingeschakeld
20
algemene buitentemperatuur
6
dag van de week / tijdszone
21
weersvoorspelling
7
datum
22
weertendens
8
vochtigheidsgraad binnenshuis
23
HI alarm atmosferische druk
9
HI / LO alarm binnentemperatuur en vochtigheidsgraad
24
absolute of relatieve atmosferische druk
10
binnentemperatuur
25
LO alarm atmosferische druk
11
temperatuureenheid
26
atmosferische druk met 24-uurhistogram
12
alarm ingeschakeld binnentemperatuur en
vochtigheidsgraad
27
atmosferische druk
13
icoon signaalontvangst
28
eenheid atmosferische druk
14
MIN / MAX
29
alarm atmosferische druk
15
temperatuur dauwpunt
b.
Weericonen
De vier iconen (zonnig, gedeeltelijk betrokken,
betrokken en regen) geven de weerstoestand weer.
Deze iconen wijzigen volgens een verschil in
atmosferische druk.
zonnig gedeeltelijk
betrokken regen
betrokken