WS1060
V. 02 – 26/04/2013
16
©Velleman nv
Respecteer de polariteit bij het plaatsen van de batterijen. Een verkeerde polariteit kan het toestel
beschadigen.
Alkalinebatterijen hebben een typisch operationeel temperatuurbereik tussen -20°C~+54°C. Gebruik het
toestel niet buiten dit temperatuurbereik.
Batterijen plaatsen in het buitenstation
1.
Aan de achterzijde van de regencollector, draai de schroef los en schuif het metalen plaatje opzij om het
batterijvak te openen
[G]
.
2.
Trek het batterijvakje uit de houder
[H]
.
3.
Plaats 2 x AA 1.5V LR6 batterijen conform de polariteitsymbolen aangegeven binnenin het batterijvak
[I]
.
4.
Plaats het batterijvakje terug in de houder van de regencollector
[J]
. De led aan de achterzijde van de
regencollector licht op gedurende 4 seconden. Zo niet, controleer of de batterijen correct geplaatst zijn.
5.
Schuif het metalen plaatje terug op zijn plaats om het batterijvak te sluiten en zet het plaatje vast met de
schroef.
Batterijen plaatsen in het basisstation
1.
Open het batterijdeksel aan de onderzijde van het basisstation.
2.
Plaats 3 x AA 1.5V LR6 batterijen conform de polariteitsymbolen aangegeven binnenin het batterijvak.
Alle segmenten op het LCD-scherm lichten op gedurende 2 seconden. Zo niet, controleer of alle batterijen
correct geplaatst zijn.
3.
Sluit het batterijdeksel.
4.
Druk momenteel nog op geen enkele toets.
Laat het toestel eerst opstarten en synchroniseren met het buitenstation.
Indien nodig, verwijder de batterijen uit het binnenstation en wacht minstens 10 seconden alvorens ze
opnieuw te plaatsen.
5.
Wacht totdat zowel binnen- als buitentemperatuur verschijnen op het scherm alvorens verder te gaan.
Om de 48 seconden stuurt de zender weersinformatie naar het basisstation.
Radiogestuurde klok via DCF-ontvangst
Na het plaatsen van batterijen stuurt de zender in het buitenstation weersinformatie naar het basisstation en
zoekt vervolgens naar het DCF-tijdssignaal (RCC) om de datum en tijd automatisch in te stellen. Bij het
ontvangen van het DCF-signaal knippert de led aan de achterzijde van de regencollector 5 keer en licht daarna
gedurende 20 seconden op. De zender stuurt de tijdsgegevens naar het basisstation. Op het scherm verschijnt
het RCC-icoontje
.
Wanneer er een zwak of geen DCF-signaal gevonden is, dan stopt de zender met zoeken na 1 minuut en keert
terug naar een normale werkingsmodus (= weersinformatie doorsturen naar het basisstation). De zender zoekt
opnieuw om de twee uur naar het DCF-signaal. Als de zender het DCF-signaal niet kan vinden of de laatste
signaalontvangst meer dan 12u geleden is, dan verdwijnt het RCC-icoon
van het scherm.
Opmerking:
Het beste tijdstip voor DCF-ontvangst is 's nachts tussen middernacht en 6u 's morgens want dan
is er minder atmosferische storing.
Bij de ontvangst van een DCF-signaal, stuurt de zender geen weersinformatie naar het basisstation. Een DCF-
ontvangst duurt maximum 5 minuten.
Opmerking:
Indien er geen DCF-signaal is, kunnen de datum en het uur manueel ingesteld worden. Zie
. De manuele tijdsinstellingen worden overschreven wanneer de zender het
DCF-signaal ontvangt.
6.3
Installatie
Opmerking:
Alvorens het weerstation definitief te installeren, plaats batterijen in het buiten- en basisstation.
Activeer en synchroniseer de toestellen om een goede communicatie tussen het buiten- en basisstation te
garanderen. Vaak kan een slechte communicatie verholpen worden door het weerstation te verplaatsen.
Bij het kiezen van een geschikte installatieplaats voor het buiten- en binnenstation moeten onderstaande
punten in acht genomen worden:
De communicatie tussen zender en basisstation heeft een bereik tot 100m in open veld zonder obstakels
zoals gebouwen, bomen, voertuigen, hoogspanningsmasten, enz.
Radio-interferentie van bijvoorbeeld pc's, radio- en tv-toestellen kan de onderlinge communicatie volledig
verstoren.
Beschutting zoals bomen, schuttingen, muren kunnen de metingen beïnvloeden. Kies een open veld waar
de weerselementen de sensoren goed kunnen bereiken vanuit alle hoeken.
Voor nauwkeurige windsnelheidsmetingen, houd het toestel buiten bereik van gebouwen, bomen of andere
obstakels.