SPBS4
VELLEMAN
8
4. Beschrijving
(fig. 1)
1.
Detectie-eenheid: bestaat uit 2 tot 4 ultrasone sensors
2.
Centrale eenheid: gestuurd via microprocessor, gebruikt een speciale schakeling voor signaalverwerking
3.
Waarschuwingseenheid: LCD display. De bestuurder wordt bij het achteruitrijden gewaarschuwd voor
obstakels. Dit gebeurt via audiosi visuele weergave van de richting en de
afstand tot het obstakel.
5. Gebruik
5.1. Inschakelen van het systeem
Zet de wagen in zijn achteruit. Het systeem wordt automatisch ingeschakeld en piept 1 x om te melden dat de
zelftestmode is geactiveerd.
5.2. Zelftestmode
Het toestel detecteert de sensors automatisch. Wanneer een detector slecht werkt of defect is, waarschuwt de LCD
display de bestuurder gedurende 3 seconden voor het systeem overschakelt naar de gewone werkingsmdode.
Opmerking: Noch de LCD noch de buzzer waarschuwen de bestuurder voor een obstakel dat zich in de detectiezone
bevindt van een defecte sensor.
Zelftest: waarschuwing op LCD (fig. 2)
Merk op dat de LCD geen richting aangeeft voor hindernissen die zich achter een defecte sensor bevinden. Zie
figuur 2.
1.
normale werking
2.
sensor n° 2 is defect
5.3. Waarschuwingsmodes
a) Waarschuwingszones
Veiligheidszone: 100 tot 200cm tussen bumper en obstakel
Waarschuwingszone: 40 tot 100cm tussen bumper en obstakel
Gevarenzone: minder dan 40cm tussen bumper en obstakel
Wanneer een hindernis in verschillende waarschuwingszones voorkomt, waarschuwt het systeem u in elke mode op
de juiste manier.
De
SPBS4
gebruikt een LCD en een ingebouwde buzzer om de bestuurder op de hoogte te brengen van de precieze
plaats van de hindernis.
•
Achteruitrijsignaal: geeft aan dat het voertuig achteruit aan het rijden is.
•
Aangeven van richting: de sensor die het obstakel detecteert, licht op op het scherm zodat de bestuurder precies
weet waar het obstakel zich bevindt.
•
Zone-aanduiding: geeft aan of het obstakel zich in de veiligheidszone, de waarschuwingszone of de gevarenzone
bevindt.
•
Aanduiding van afstand: de afstand wordt aangegeven zodra de wagen nog 2.5m van het obstakel is verwijderd.
"
-P
" verschijnt op de LCD wanneer het obstakel zich dichter bij de bumper bevindt dan de minimale
detectieafstand van het systeem
•
Afstand voor geluidssignaal: het geluidssignaal weerklinkt zodra het obstakel zich op 1.7m van de middenste
sensors of 1m van de zijsensors bevindt. Het volume van de ingebouwde buzzer is instelbaar.
