H6703-ED2-8
- IC2 type 4013 met de nok naar de printrand gericht.
- IC3 type 40106 met de nok naar de printrand gericht.
TEST EN AANSLUITING
Verbind voorlopig LED LD1 met de punten C (kortste aansluiting)
en A van de schroefconnector.
Verbind een voeding van 12 tot 16VDC met de punten GND (-) en
VA (+).
Of verbind een transformator van 2 X 9 tot 12VAC / 100mA met de
punten GND (0) en VA en VB. (zie figuur 3.0)
Na het inschakelen van de voeding moet normaal de LED LD1
oplichten, en moet de afstem LED LD2 eventjes oplichten.
Indien de LED LD2 blijft branden of onregelmatig oplicht, dan moet
men de afstemcondensator CV1 verdraaien (met een kunststof
schroevendraaier). Normaal moet de afstemcondensator
ongeveer in de middenstand (vaste en beweegbare platen voor de
helft overlappen) geplaatst zijn.
De afstem LED wordt gebruikt om de zender optimaal af te
stemmen op de ontvanger, hoe sterker de LED brandt hoe beter
de ontvangst.
Zie de handleiding van de zender voor verdere afregeling.
Test de zender ontvanger combinatie met de standaard code
(d.w.z. alle code- eilanden open)
Nadien kan men de gewenste code leggen voor de zender en de
ontvanger door de code- eilanden van IC1 met de naast liggende
massa eilandjes te verbinden (zie fig. 4.0)
Indien de code van zender en ontvanger gelijk zijn dan moet na
het bedienen van de zender het relais aantrekken alsook moet de
LED LD1 knipperen.
Na controle van de werking kan men de schakeling een vaste
plaats geven.