GEBRUIKSAANWIJZINGEN
22
87-900-852-01 (B)
INSTALLATIE
!
De controller is voorzien van een voedingskabel met drie
draden en een stekker van het internationaal goedgekeurde
type. Gebruik altijd deze voedingskabel en steek de stekker
in een geaard contactstop om elektrische ontladingen te
voorkomen. De controllermodel 969-9425 is niet van een
voedingskabel voorzien, welke als accessoire bij Varian kan
worden besteld; raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf "Accessories and spare parts" van de bijlage
"Technical Information". In de controller ontwikkelen zich
hoge spanningen die zware beschadigingen of de dood
kunnen veroorzaken. Alvorens installatie- of onderhouds-
werkzaam-heden uit te voeren, de controller van de
contactstop afkoppelen.
OPMERKING
De controller kan op een tafel of in een speciaal rack worden
geïnstalleerd. In ieder geval moet de koellucht vrij rondom
het apparaat kunnen circuleren. De controller mag niet
geïnstalleerd en/of gebruikt worden in ruimten die
blootgesteld zijn aan de weersomstandigheden (regen,
vorst, sneeuw), stof, agressieve gassen, of in ruimten met
explosiegevaar of zeer hoog brandgevaar.
Tijdens de werking moeten de volgende omgevingscondities
aanwezig zijn:
•
temperatuur: van 0 °C tot +40 °C
•
relatieve vochtigheid: 0 - 95% (niet condenserend).
Gebruik voor aansluiting van de controller op de pomp de
speciale kabel van de controller.
OPMERKING
De verbindingskabel van de controller aan de pomp van de
modellen 969-9423 en 969-9523 is op het achterpaneel van
de controller bevestigd. De controller 969-9425 wordt zonder
deze verbindingskabel geleverd. De kabel kan als
accessoire bij Varian worden besteld: raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf "Accessories and spare parts" van
de bijlage "Technical Information". De kabel wordt aan de
ene kant verbonden met de J16 connector van de controller
en aan de andere kant met de speciale connector van de
pomp. De connectoren aan beide uiteinden van de kabel
hebben een dusdanige vorm dat het niet mogelijk is om de
kabel verkeerd aan te sluiten.
Voor de overige aansluitingen en de installatie van de
accessoires wordt verwezen naar het hoofdstuk "Technical
Information".
GEBRUIK
In deze paragraaf worden de voornaamste bedieningswijzen
uitgelegd. Voor meer informatie of procedures die
aansluitingen of speciale opties betreffen wordt verwezen
naar de paragraaf "Use" van de bijlage "Technical
Information". Enkele hier vermelde instructies zijn alleen van
toepassing op het controllermodel 969-9425 indien hierop
het accessoire "Hand held terminal" is aangesloten. Breng,
alvorens de controller in gebruik te nemen, alle elektrische
en pneumatische aansluitingen tot stand en raadpleeg
hiervoor de handleiding van de aan te sluiten pomp.
!
Indien de pomp op een tafel is geplaatst, controleren of
deze stabiel staat om letsel aan personen en schade aan
het apparaat te voorkomen. Laat de pomp nooit werken
zonder dat de ingangsflens aan het systeem is
gekoppeld of de afsluitflens is gesloten.
OPMERKING
De connector J1 moet met zijn jumper aangesloten
blijven als geen externe aansluiting tot stand wordt
gebracht. De pre-vacuümpomp en de Turbo-V pomp
mogen beide gelijktijdig ingeschakeld zijn.
Bedieningsorganen, controlelampjes en
connectoren van de controller
Hier volgt de beschrijving van het bedieningspaneel
van de hand-terminal en van de doorverbindings-
panelen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het
hoofdstuk "Technical Information".
1.
Drukknop voor selectie van de bedrijfswijze LOW SPEED. Is
alleen actief wanneer de bedrijfswijze op het frontpaneel wordt
geselecteerd. Door de knop een maal in te drukken, draait de
pomp op circa 2/3 van de nominale snelheid. Door de knop
opnieuw in te drukken, wordt LOW SPEED geïnactiveerd.
2.
Drukknop voor het zenden van de sturingen START, STOP of
REST. Is alleen actief wanneer de bedrijfswijze op het
frontpaneel wordt geselecteerd. Door de knop een maal in te
drukken wordt de startfase geactiveerd; door de knop opnieuw
te bedienen wordt de pomp gestopt. Als de pomp automatisch
is gestopt ten gevolge van een storing, moet deze knop een
eerste maal worden bediend om de controller te resetten en
een tweede maal om de pomp weer op te starten.
3.
Drukknop voor weergave op het display van de parameters
cycle number, cycle time en pump life.
4.
Drukknop voor weergave op het display van de parameters
pump current, pump temperature, pump power en rotational
speed. Is altijd actief, onafhankelijk van de gekozen
bedrijfswijze. Door drukknoppen 3 en 4 gelijktijdig gedurende
ten minste 2 seconden in te drukken, wordt een programma
gestart waarmee enkele bedrijfsparameters kunnen worden
geprogrammeerd.
5.
Alfanumeriek display met vloeibare kristallen (LCD):
puntjespatroon, 2 lijnen x 16 karakters.
Frontpaneel van de Controllers 969-9423,
969-9523 en de Hand-terminal
GEVAAR!
GEVAAR
!
Summary of Contents for Turbo-V 250 series
Page 2: ......
Page 3: ...Turbo V 250 Controllers...
Page 4: ......
Page 5: ......
Page 58: ...TECHNICAL INFORMATION 51 87 900 852 01 B Controller model 969 9425 outline...