1
Bediening
Laat in de kamer waar uw ruimtetempera-
tuurregelaar zich bevindt, altijd alle
radiatorkranen helemaal geopend (vgl. pag. 5).
Bedieningselementen (voorste uitklapkant, 3)
1 Dagtemperatuurregelaar
De stand “•“ komt overeen met een
ruimtetemperatuur van ca. 20 °C.
2 Bedrijfsmodusschakelaar
Stand “Programma“
In deze stand wordt de ruimtetemperatuur
geregeld door het ingevoerde programma.
Tijdens de verwarmingstijden (5a) wordt
de ruimtetemperatuur geregeld conform
de instelling aan de dagtemperatuurregelaar
(
1
), tijdens de daaltijd (5b) op de
daaltemperatuur.
Stand “Verwarmen“
Continue regeling van de ruimtetemperatuur
conform de dagtemperatuurregelaar (
1
).
Stand “Dalen“
Continue regeling van de ruimtetemperatuur
conform de daaltemperatuur.
3 Minutenwijzer
voor de indicatie en instelling van de tijd.
4 Markering
toont op de 24-uren schaal de dagtijd,
b.v. in fig. 1: “15” uur.
5a Verwarmingstijden:
schakelruiter op de binnenste cirkel
(vgl. stand
“Programma“)
5b Daaltijden:
schakelruiter op de buitenste cirkel
(vgl. stand
“Programma“)
6 24-uren
schaal
Cijferschijf met 24-uren indeling.
26
NL