Beknopte naslagbrochures voor TruPortal-systeemcontroller
36
P/N 460800001B 26JAN12 nl-NL
wachtwoorden op hun plaats achterlaten is gevaarlijk. Iemand die
bekend is met het product zal de standaardwaarden kennen.
9.
Typ het wachtwoord in de velden
Nieuw wachtwoord
en
Wachtwoord bevestigen
en klik op [Volgende].
10.
Wijzig de instellingen op het tabblad
Netwerkconfiguratie
zoals door
de netwerkbeheerder op locatie wordt aangegeven.
11.
Klik op [Volgende].
De wizard zal controllers en I/O-uitbreidingsmodules ontdekken die
op de TP-controller zijn aangesloten.
12.
Klik op [Met pc synchroniseren] om de juiste tijd op de controller in te
stellen.
13.
Selecteer de juiste
Algemene invoer EOL-beëindigingen
om aan te
geven hoe de sabotagecircuits en -sensoren op de deuren en lezers zijn
bekabeld.
14.
Voor elke hulpingang voor algemene doeleinden die is aangesloten:
a.
Selecteer een
modus
.
b.
Observeer de ingangen om vast te stellen dat zij werken en met
de controller communiceren.
15.
Voor elke hulpuitgang voor algemene doeleinden die is aangesloten:
a.
Klik op de pictogram naast de
Status
om de status te wijzigen.
b.
Observeer de uitgangen om vast te stellen dat zij werken en door
de controller worden geactiveerd.
16.
Selecteer voor elke deurcontroller het
Aantal deuren
die moeten
worden bediend.
17.
Voor elke deur:
a.
Selecteer de juiste
Modus
voor contact, verzoeken om circuits af
te sluiten en te saboteren.
b.
Selecteer van de lijst
Deurcontrole
opdrachten om elke deur op
juiste installatie en elektrische bekabeling te testen.
18.
Klik op [Voltooien] als u alle apparaten hebt getest.
Jumpers
Status-LED's
Het volgende diagram beschrijft het doel van elke LED op de I/O-kaart.
LED's 1 tot en met 10 worden uitgeschakeld als de behuizing wordt
gesloten.
Het volgende diagram beschrijft het doel van elke LED op de SOM-kaart.
Jumper
Omschrijving
CN37
Externe LED-indicatie voor voeding (buiten de
behuizing te bekabelen)
CN38
Bedient de afsluiting van SNAPP 1. 120-ohm
afsluiting wordt toegevoegd door de bus als op de
pinkop de shunt-jumper wordt geïnstalleerd.
CN39
Bedient de afsluiting van SNAPP 2. 120-ohm
afsluiting wordt toegevoegd door de bus als op de
pinkop de shunt-jumper wordt geïnstalleerd.
CN40
Bedient de afsluiting van SNAPP 3. 120-ohm
afsluiting wordt toegevoegd door de bus als op de
pinkop de shunt-jumper wordt geïnstalleerd.
CN41
Bedient de afsluiting van SNAPP 4. 120-ohm
afsluiting wordt toegevoegd door de bus als op de
pinkop de shunt-jumper wordt geïnstalleerd.
CN35
Als het paneel alleen op batterij moet worden gestart,
zonder enige AC- of DC-voeding, dan moet deze
connector tijdelijk kortgesloten worden.
I/O kaart-
LED
Omschrijving
LED's 1 en 2
Tijdens de normale werking wordt de heartbeat door
een knippering van één seconde op LED 2
aangegeven.
Tijdens firmware-upgrade:
•
Als LED 1 en LED 2 allebei AAN zijn, is de
kaart in de programmamodus bewaking
(bootloader-modus).
•
Als LED 1 AAN is en LED 2 uit is, wordt de
firmware geprogrammeerd (knipperen).
LED 3
Oranje-LED geeft aan communicatie op de SNAPP
poort 1 aan.
LED 4
Oranje-LED geeft aan communicatie op de SNAPP
poort 2 aan.
LED 5
Oranje-LED geeft aan communicatie op de SNAPP
poort 4 aan.
LED 6
Oranje-LED geeft aan communicatie op de SNAPP
poort 3 aan.
LED 7
Groene LED geeft koppeling en activiteit op primaire
ethernetpoort (Eth0) aan.
LED 8
Gele LED geeft snelheid op primaire ethernetpoort
(Eth0) aan.
LED 9
Groene LED geeft koppeling en activiteit op
secundaire ethernetpoort (Eth1) aan.
LED 10
Gele LED geeft snelheid op secundaire ethernetpoort
(Eth1) aan.
LED 11
Niet van toepassing
LED 12
Groene LED geeft de aanwezigheid van stroom naar
de kaart aan bij connector CN2.
SOM-kaart-
LED
Omschrijving
Voedings-LED
Groene LED geeft SOM-vermogen aan.
Status 1
Gele LED, samen met groene voedings-LED, geeft
initialisatie aan.
Status 2
Rode LED is uit. Momenteel niet gedefinieerd.