Stand 24.2.2020
39 von 68
DE
EN
FR
NL
IT
ES
PL
6. Schakel nu het apparaat met de timer op „On“, het apparaat begint met verwarmen.
7. Om een ruimte te verwarmen, draait u de thermostaatschakelaar met de klok mee op de
maximaal mogelijke instelling. Zodra de ruimte de gewenste temperatuur heeft bereikt, draait
u de thermostaatschakelaar langzaam tegen de klok in weer helemaal terug. Het apparaat
verwarmt zo lang totdat de gewenste temperatuur is bereikt, daarna schakelt het automatisch
uit. Zodra de temperatuur in de ruimte onder de ingestelde temperatuur daalt, schakelt het
apparaat automatisch weer in.
8. Wilt u het apparaat zonder automatische kamertemperatuurbewaking gebruiken, draai dan de
thermostaatschakelaar op de maximale instelling.
9. Het controlelampje geeft aan dat het apparaat aan is en dooft als de thermostaatschakelaar is
ingeschakeld.
10. Aanwijzing bij de ventilatiefunctie: Als het apparaat van tevoren als verwarming is gebruikt,
is de uitstromende lucht in het begin nog warm. Afhankelijk van het van tevoren ingestelde
verwarmingsvermogen duurt het even voordat uit het apparaat koele lucht uitstroomt. Als u de
ventilatorfunctie wilt instellen, moet u de thermostaatschakelaar op de hoogste stand zetten.
Timer/tijdprogrammeringsfunctie
11. Kies via de schakelaar voor de tijdsinstelling de gewenste looptijd tussen 1 en 120 minuten
om de gewenste werkingsduur in te stellen. Draai de schakelaar echter eerst een keer helemaal
naar de maximaal instelbare tijd en dan pas terug naar de gewenste minuten. Na afloop van
deze tijd wordt het apparaat uitgeschakeld. Wilt u het apparaat langer laten draaien, moet u de
tijd opnieuw instellen. De tijd kan ook opnieuw worden ingesteld als het apparaat in werking is.
12. Om het apparaat uit te schakelen, zet u alle schakelaars in de stand “0” en trekt u de stekker
uit het stopcontact.
Houd er a.u.b. rekening mee dat het apparaat heel heet kan worden – verbrandingsgevaar!
Houd vooral kinderen uit de buurt van het apparaat.
OSCILLATIE-FUNCTIE/ZWENKFUNCTIE
1. Hiermee is het mogelijk om de luchtstroom over een groter oppervlak te verdelen, omdat het
apparaat in een bepaalde radius heen en weer zwenkt.
2. Bij elk soort gebruik kan de oscillatie-functie ingeschakeld worden. Druk hiervoor op de „Swing“
toets aan de achterkant van het apparaat.
3. Als u het apparaat in een bepaalde positie wilt laten staan, drukt u opnieuw op de toets „Swing“.
4. Schakel de oscillatie-functie weer uit, voordat u het apparaat uitschakelt.
Copyright UNOLD AG | www.unold.de