- 44 -
Fietsdrager van de wagen demonteren
1. Draagrails (8) in pijlrichting (pijl I, dan pijl II) inklappen.
2. Snelkoppeling (7) openen, draagframe (6) in pijlrichting (pijl III)
inklappen en snelkoppeling (7) sluiten.
3. Stekker (12) uit het stopcontact (20) draaien en in
de stekkerhouder
2
van de draagrail (8) plaatsen.
4. Fietsdrager (1) met de sleutel (5) openen.
5. Tas (18) op de fietsdrager (1) schuiven.
6. Borghendel (11) indrukken en fietsdrager (1) verticaal
omhoog zetten (pijl IV).
7. Fietsdrager (1) naar achteren van de kogelkop van
de trekhaak (19) trekken.
8. Fietsdrager (1) met de opname (10) op de grond zetten
en zo de opname (10) sluiten.
9. Deksel van de tas (18) sluiten.
Fietsen monteren/demonteren
Voorzichtig
Draagrails (8) niet aan de achterlichten (9) inklappen,
anders kan er schade ontstaan.
Let op
Snelkoppeling (7) en draagframe (6) moeten regelmatig of
in geval van verontreiniging/stroefheid met zeepsop worden
gereinigd.
6
I
II
III
1
7
8
9
8
M+P-25A-0235
12
1
18
11
10
19
IV
20
5
11
8
5
M+P-25A-0241
2. Niet bij fietsdrager Uebler F14
Voorzichtig
De fietsdrager voor de trekhaak mag uitsluitend voor het transport
van fietsen worden gebruikt.
Er mogen alleen fietsen met een gewicht van elk max. 30 kg
op de fietsdrager worden getransporteerd.
Hierbij mogen het maximaal toegestane laadvermogen van
de fietsdrager, de kogeldruk van de trekhaak alsmede het
toegestane totale gewicht van de wagen en de maximaal
toegestane asbelasting van de wagen (zie instructieboekje
van de wagen) in geen geval worden overschreden.
Door niet-inachtneming kan de fietsdrager samen met de
gemonteerde fietsen van de wagen losraken en daardoor
persoonlijk letsel en/of een ongeluk veroorzaken.
Voorzichtig
Voor de montage kinderzitjes en alle losse onderdelen,
bijv. drinkflessen, zadeltassen, accu’s van e-bikes enz.,
van de fietsen verwijderen en opbergen.
De fietsen moeten zo gelijkmatig mogelijk en met laag
zwaartepunt op de fietsdrager worden bevestigd en elk met
een houder aan het fietsframe en spanriemen aan de voor-
en achterwielen worden beveiligd tegen vallen.
Door niet-inachtneming kunnen de fietsen tijdens het rijden van
het voertuig losraken en bij andere verkeersdeelnemers tot een
ongeval en hieruit volgend letsel en materiële schade leiden.
Voorzichtig
Door wegglijden/kantelen bestaat gevaar voor letsel.
Beveilig de fietsen tegen wegglijden/kantelen.
Voer de montage en de demontage van de fietsen
samen met een tweede persoon uit.
Voorzichtig
Afhankelijk van het voertuigtype kan de fietsdrager met de
fietsen te dicht bij het uitlaatsysteem van de wagen zijn gepo-
sitioneerd. Door de hete uitlaatpijp en/of de hete uitlaatgassen
kunnen de fietsdrager en/of de fietsen beschadigd raken.
In dit geval mag de fietsdrager niet worden gebruikt.
Raadpleeg voor het transport van fietsen met carbondelen
de fabrikant/dealer of deze fietsen geschikt zijn voor transport
op de fietsdrager.