30
schakeltijd met „nieuwe” gege-
vens. Zie: schakeltijden program-
meren.
Uitwissen van een
schakeltijd
Dient een schakelproces te
worden gewist, moet in het mi-
nuten- en/of urenbereik het
symbool -- in het display worden
opgeroepen.
b.v. schakeltijd 22.15 dient te
worden gewist, met toets
„h+”
zo lang drukken tot --:15 in het
display wordt weergegeven (kan
ook in het minutenbereik worden
uitgevoerd: na 22:59 verschijnt in
het display 22:--). De partiele
weergave blijft in het geheugen
bewaard, is echter als schakeltijd
ongeldig (schakelproces wordt
niet uitgevoerd).
Handschakelaar /
voorselectieschakelaar
De invoertoetsen
1 en
2
hebben telkens 4 funktietrappen.
1 x indrukken:
Vooruitlopen op de volgende
schakelorder ON resp. OFF.
Herhaald indrukken:
Constant inschakelen
Sluiter aan-weergave in het
display: FIX ON
Herhaald indrukken:
Constant uitschakelen
Sluiter uit-weergave in het
display: FIX OFF
Herhaald indrukken:
Terug naar automatisch bedrijf.
Zomertijd – wintertijd
omstelling
Van wintertijd op zomertijd:
Toets
„±1h”
één keer kort in-
drukken, in het display verschijnt
het s1.
Van zomertijd op wintertijd:
Toets
„±1”
één keer kort indruk-
ken, in het display gaat het sym-
bool +1 uit.
Instellen van de
verlagingstemperatuur
Op de achterkant van de tijd-
schakelklok is een instelregelaar.
Van het bedrijf uit is de tijdscha-
kelklok op de maximale tempera-
tuurdifferentie van 8° C ingesteld.
Door draaien naar rechts tot aan
de aanslag kan de temperatuur-
differentie op een minimum van
2 °C worden ingesteld.