NL
Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger MD 05-30
E - 2
Beschrijving van het apparaat
Via het condensatieprincipe zorgt het apparaat voor
het automatisch ontvochtigen van ruimten.
De ventilator zuigt de vochtige ruimtelucht aan via de
achterste luchtinlaat (5) door het luchtfilter, de
verdamper en de daar achter liggende condensor. Op
de koude verdamper wordt de ruimtelucht tot onder
het dauwpunt afgekoeld. De in de lucht opgenomen
waterdamp slaat als condens, resp. rijp neer op de
verdamperlamellen. Bij de condensor wordt de
ontvochtigde, afgekoelde lucht weer verwarmd en
met een temperatuur die ca. 5 °C hoger is dan de
ruimtetemperatuur weer uitgeblazen. De zo bereide,
droge lucht wordt weer gemengd met de ruimtelucht.
Door de doorlopende circulatie van de ruimtelucht
door het apparaat wordt de luchtvochtigheid in de
opstelruimte verminderd. Afhankelijk van de
luchttemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid,
druppelt het gecondenseerde water doorlopend of
alleen tijdens de ontdooifasen in de
condensopvangbak en via de hierin geïntegreerde
afvoeraansluiting in het daaronder geplaatste
condensreservoir (6). Deze is uitgerust met een vlotter
voor het meten van het vulpeil.
Het apparaat is voorzien van een bedieningspaneel (7)
voor de bediening en controle van de werking. Wordt
het maximale vulpeil van het condensreservoir (6)
bereikt, knippert het controlelampje van het
condensreservoir (zie hoofdstuk "Bedienings-
elementen") op het bedieningspaneel (7) rood. Het
apparaat schakelt uit. Het controlelampje van het
condensreservoir gaat pas uit na het weer plaatsen
van het lege condensreservoir (6) en het apparaat
start daarna weer automatisch.
Optioneel kan het condenswater via een slang aan de
condensaansluiting (3) worden afgevoerd.
Het apparaat maakt het verlagen van de relatieve
luchtvochtigheid tot 30 % mogelijk. Het apparaat kan
worden gebruikt als hulpmiddel bij het drogen van nat
wasgoed of kleding in woon- of werkruimten. Door de
warmte die ontstaat tijdens het gebruik, kan de
ruimtetemperatuur ca. 1-4 °C stijgen.
Overzicht van het apparaat
Informatie over het apparaat
Nr.
Bedieningselement
1
Luchtuitlaat
2
Handgreep
3
Afdekking voor het aansluiten van een slang aan de
condensaansluiting
4
Transportrollen
5
Luchtinlaat
6
Condensreservoir
7
Bedieningspaneel
7
1
2
3
5
4
6
Summary of Contents for MD 05-30
Page 103: ......