La Deutsche Reichsbahn (DR) a commandé, de
1939 à 1940, 60 locomotives à vapeur série 03.10
équipées d'un carénage aérodynamique et
destinées à la remorque de trains express. Cette
machine à trois cylinders était un nouveau déve-
loppement de la BR 03. Au cours des années
1945 à 1950, les revétements éerodynamiques ont
été ôtés en raison de leur mauvais état.
De 1956 à 1958, les 26 locomotives subsistantes
à la DB ont vu leur chaudière originale remplacée
par une nouvelle en acier soudé compte tenu de
la forte vétusté constatée sur cet organe.
L#ensemble des machines reconditionnées ont
été basées à Hagen et radiées des effectifs en
1966.
Disposition d'essieux
2'C 1' h3
Longueur hors tampons 23 905 mm
Vitesse maximale
140 km/h
Poids en ordre de
marche
104,2 t
Puisance nominale
1375 kW (1870 CV)
Tussen 1939 en 1940 schafte de Deutsche
Reichbahn (DR) 60 sneltrein stoomlocomotieven
van de serie 03.10 met stroomlijnbekleding aan.
De drie-cilinder locomotieven waren een dooront-
wikkeling van de serie 03. De stroomlijnbekleding
werd in de jaren 1945 tot 1950 vanwege de slechte
toestand weer verwijderd.
In de jaren 1956 tot 1958 werden bij de 26 van de
bij de DB aanwetzige machines de ketel s vanwege
ouderdomsproblemen vervangen door nieuwe
gelaste ketels. Na de ombouw waren alle machines
in Hagen gestationeerd en werden in 1966 buiten
dienst genomen.
Asindeling:
2'C 1' h3
Lengte over de buffers
23 905 mm
Maximumsnelheid
140 km/h
Dienstgewicht
104.2 t
Normvermogen
1375 kW (1870 PS)
3