
– 32 –
NL
– 33 –
2) Ingebruikname
Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de netvoeding en sluit deze vervolgens aan op de "
•
DC IN 12/5V
"-aansluiting van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde USB-aansluitkabel om het apparaat aan te sluiten op een USB-aansluiting van uw PC.
•
Schakel de
•
DataStation
in door kort op de aan/uit-schakelaar
)
te drukken. Houd de aan/uit-schakelaar
)
ingedrukt om de
DataStation
uit te schakelen.
3) Gegevensuitwisseling
Na succesvolle ingebruikname van het apparaat verschijnt in "
D
eze
computer
" (Windows®) resp. op uw "
D
esktop
" (Mac® OS X) een
lokale schijf "
t
rek
s
tor
".
Markeer met de muis de gewenste bestanden resp. de gewenste map.
Plaats de muisaanwijzer op de gemarkeerde bestanden resp. mappen en druk vervolgens op de rechter muisknop.
•
Selecteer uit het geopende contextmenu de optie "
k
opiëren
".
Selecteer in "
•
D
eze
computer
" / "
D
esktop
" de gewenste bestemming (bijv. het station "
t
rek
s
tor
").
Druk op de rechter muisknop en selecteer de optie "
•
i
nvoegen
" om het kopiëren te starten. Als het kopiëren voltooid is,
staan de bestanden op het doelstation.