
– 20 –
NL
– 21 –
GEBRUIKSAANWIJZING
1) Ingebruikname
Gebruik uitsluitend de meegeleverde verbinding (adapter resp. USB-kabel) voor de
aansluiting van de
DataStation
op uw PC. Sluit de mini-USB-stekker aan op de
DataStation
en de USB 2.0-stekker op een USB-aansluiting van uw PC. Uw gebruikssysteem
detecteert automatisch de
DataStation
en voegt de
DataStation
als "
l
okAle
scHijf
"
aan "
D
eze
coMputer
" toe.
2) Gegevensuitwisseling
Na succesvolle ingebruikname van het apparaat verschijnt in "
D
eze
coMputer
" (Windows®)
resp. op uw "
D
esktop
" (Mac® OS X) een lokale schijf "
t
rek
s
tor
".
• Markeer met de muis de gewenste bestanden resp. de gewenste map.
• Plaats de muisaanwijzer op de gemarkeerde bestanden resp. mappen en druk
vervolgens op de rechter muisknop. Selecteer uit het geopende contextmenu de
optie "
k
opiëren
".
• Selecteer in "
D
eze
coMputer
" / "
D
esktop
" de gewenste bestemming (bijv. het station
"
t
rek
s
tor
").
• Druk op de rechter muisknop en selecteer de optie "
i
nvoegen
" om het kopiëren te
starten. Als het kopiëren voltooid is, staan de bestanden op het doelstation.