11
CONFIGURACIÓN POR DEFECTO DIP-SWITCH
Posición en la tarjeta de los DIP-SWITCH y del conmutador de
derivación J1 (ESTÁNDAR)
Dip 1 = ON Dip 2 = ON J1 = 1-2 cerrados
Después de haber elegido las funciones deseadas, montar el mando de
pared poniendo atención en colocarlo en la pared del local a acondicionar
a una altura de 1,5 m aproximadamente, en un tabique y lejos de las
fuentes de calor y de las corrientes de aire frío; conectar la caja de
bornes M1-M2 situada sobre la tarjeta electrónica a la caja de bornes
situada en el lado del ventilador convector según el esquema
seleccionado y respetando los esquemas eléctricos (pág. 16/17). Para
la conexión entre el termostato y el ventilador convector usar cables con
una sección de 0,75 mm
2
. La eventual sonda de mínima agua MWT se
tiene que conectar a la caja de bornes M3.
ATENCIÓN: con el mando en OFF el ventilador convector aun está
alimentado a 230 V. Antes de realizar cualquier operación de
mantenimiento asegurarse de haber cortado la tensión.
Para controlar más ventiladores convectores con una única unidad, basta
con que los aparatos estén equipados con los módulos Selectores-
repetidores REL. 1
• CARACTERÍSTICAS TÉCNICAS DEL CONTROL
1) alimentación: 230 V c.a.
2) Campo de regulación del termostato de 15 a 30ºC con diferencial de1ºC
3) temperatura de trabajo 0 /40ºC
4) temperatura de almacenado -20 /+70ºC
5) contenedor de ABS
6) protección IP 20
7) conexión mediante caja de bornes de circuito impreso
8) nº 3 relé de 8 (2) A. 250 V c.a. (I-II-III velocidad motor)
9) nº 2 relé de 6 (1,5) A. 250 V c.a.
10) n°1 entrada optoaislada para cambio estacional remoto
11) nº 1 entrada sonda de temperatura por toma de temperatura agua
12)control del estado de las sondas: si la sonda de aire resultara
interrumpida o en cortocircuito, el mando se pone en funcionamiento
continuo (salida válvulas excitadas y ventilación activada) y el led rojo
situado en la parte frontal del mando empieza a parpadea; en la
configuración “conmutación automática verano – invierno” el mando
está desactivado y sólo el led parpadea.
• PROGRAMA DE TRABAJO CON ZONA MUERTA
Termostatación sobre las válvulas y velocidad continua del motor.
Dip switch nº 1 off
Dip switch nº 2 off
Con este programa se pone fuera de servicio la función del conmutador
verano – invierno.
Diagrama de funcionamiento con zona muerta.
Posición 3 = Electroválvula agua caliente off
Posición 3’ = Electroválvula agua fría off
Posición 4 = Electroválvula agua caliente on
Posición 4’ = Electroválvula agua fría on
Velocidad: I = min II = med III = max
Termostatación sobre el ventilador
Termostatación sobre las válvulas y funcionamiento contínuo del
ventilador
Termostatación de las válvulas y los ventiladores al mismo tiempo
Termostatación sobre las válvulas, para instalaciones de 4 tubos,
con conmutación automática verano-invierno en función de la
temperatura del aire, con zona muerta de 2ºC.
Dip.
1
Dip.
2
Descripción de la función
ON ON
OFF ON
ON OFF
OFF OFF
AUTOMATISCHE ELEKTRONISCHE BEDIENING
“T” TYPE
Code 35169492-001
• PRESENTATIE
Dankzij een avant-gardistisch ontwerp, werd voor de ventilator-convector
Trane CWS Cassette een makkelijk te programmeren automatische en
elektronische bediening gerealiseerd, met een grote gevoeligheid.
Met deze bediening, beheerd door microprocessoren, kan de ventilator-
convector worden bestuurd m.b.v. de talrijke functies en opties
De basisfuncties van de bediening zijn de volgende:
• In- en uitschakelen van de ventilator-convector
• Bediening van de omgevingstemperatuur
• Afstellen van de gewenste omgevingstemperatuur (SET).
• Mogelijke selectie van zomer-of wintercyclus, rechtstreeks met de
drukknoppen van de bediening, of met een elektrisch signaal vanaf de
thermische centrale of, voor installaties met twee leidingen, op
automatische wijze m.b.v. een CHANGE-OVER in functie van de
geselecteerde instelling van een interne Jumper (J1) van de bediening.
• Manuele selectie van de drie snelheden van de ventilator.
• Automatische selectie van de drie snelheden van de ventilator, in functie
van het verschil tussen de ingestelde temperatuur en de
omgevingstemperatuur.
• Thermostatische bediening voor de opening of sluiting (ON-OFF), zowel
voor de zomer- als de wintercyclus, van de waterklep (installatie met twee
leidingen) of van beide kleppen (installatie met vier leidingen).
• In de installaties met vier leidingen, voorzien van een ventilator-convector
met ON-OFF-waterkleppen en met een constante aanwezigheid van beide
vloeistoffen (warm en koud water) in de leidingen, kan de automatische
omschakeling worden bekomen van de verwarmings- en de
afkoelingsfasen, in functie van het verschil tussen de
omgevingstemperatuur en de ingestelde temperatuur (SET), met een dode
zone van ~2°C.
• Door de minimumsonde aan te sluiten (optie MWT gemonteerd tussen de
klemmen van de batterij voor de warmtewisseling), alleen in de
wintercyclus, treedt de ventilator alleen in werking als de temperatuur van
het water 42°C overschrijdt, en wordt uitgeschakeld als die temperatuur
minder dan 38°C bedraagt.
OPGELET: als de bediening op OFF staat, wordt de ventilator-
convector nog gevoed met 230V. Vóór elke onderhoudsbeurt moet u
het apparaat buiten spanning stellen.
Vóór u de bediening afsluit, controleert u of de standaardconfiguratie van de
dimschakelaars en de Jumper op de elektronische fiche (zie schets
“Standaardconfiguratie dimschakelaars” en Jumper op pag. 13) overeenkomt
met uw behoeften; zo niet, programmeert u de bediening in functie van de
gewenste functies.
AFSTELLEN FUNCTIES
• Type thermostaat ON / OFF:
1) op motor = pool nr 1 op ON en nr 2 op ON
2) op de kleppen = pool nr 1 op OFF en nr 2 op ON
3) tegelijkertijd op de kleppen en op de motor = pool nr 1 op ON en nr 2 op OFF
4) automatische omschakeling zomer / winter met dode zone alleen voor
installaties met twee kleppen pool nr 1 op OFF en nr 2 op OFF
• Omschakeling Zomer / Winter JUMPER J1:
1) selectie met behulp van de knoppen van de bediening: Jumper J1 in
standaardpositie met pinnen 1-2 gesloten
2) te selecteren van op afstand: Jumper J1 in positie met pinnen 2-3
gesloten (de
schakelaar zomer/winter is niet actief)
De bediening werd voorgeregeld voor de winterperiode, en gevoed met
een fase (L=230V). Met de zesde klem van de ventilator-convector wordt
de elektronische schakelaar geactiveerd die de bediening overschakelt
op de zomercyclus (CH).
Voor ventilatoes-convectors voorzien van een installatie met twee
leidingen, kan de zesde klem automatisch worden gevoed met behulp van
een CHANGE OVER CH die in contact wordt gebracht met de waterleiding,
het elektrisch circuit onderbreekt als de temperatuur minder dan 15°C
bedraagt en automatisch overschakelt op de zomercyclus.
• Minimumsonde temperatuur MWT (te monteren tussen de
batterijklemmen) die in het verwarmingsprogramma voorkomt dat de
motor functioneert met water kouder dan 38°C:
Nederlands
12
Seizoensschakelaar van het apparaat
Omschakeling Seizoenen van op afstand
