5
Laat de batterij gedurende minstens 8 uur opladen voordat u deze
voor de eerste keer gebruikt.
1. De kabel aansluiten.
Sluit het ene uiteinde van de bijgeleverde wisselstroomadapter aan
op de USB-poort van de camcorder en het andere uiteinde op het
stopcontact.
OF
Sluit het ene uiteinde van de bijgeleverde USB-kabel aan op de USB-poort van de
camcorder en het andere uiteinde op een ingeschakelde pc. Zorg ervoor dat de
camcorder is uitgeschakeld.
2. De laad-LED licht rood op en het opladen wordt gestart.
3. Wanneer het opladen wordt onderbroken of de batterijdoos volledig is opgeladen, wordt
de laad-LED groen.
Als u een pc gebruikt om de batterij op te laden, mag u de camcorder niet
inschakelen, anders wordt het opladen gestopt.
De batterij plaatsen
1. Schuif het batterijklepje open.
2. Plaats de meegeleverde li-ion-batterij in het batterijvak. Zorg
ervoor dat de metalen contacten uitgelijnd zijn met de contacten in
het batterijvak.
3. Sluit de klep van het batterijvak nadat u de batterijen correct hebt
geïnstalleerd.
De batterij opladen
Open het LCD-scherm of houd de voedingsknop gedurende 1
seconde ingedrukt om de camcorder in te schakelen.
Houd de voedingsknop gedurende 1 tot 3 seconden ingedrukt of
sluit het LCD-scherm om de camcorder uit te schakelen.
Uw camera in-/uitschakelen
Als de camcorder gedurende een langere periode inactief blijft, kan het
toestel automatisch uitschakelen door de instelling voor het Automatisch
uitschakelen.
Om een geheugenkaart te plaatsen, gaat u als volgt te werk:
(1) Open de batterijklep.
(2) Duw de kaart zoals aangegeven voorzichtig naar binnen tot de kaart de onderkant van
de sleuf bereikt.
Om de geheugenkaart te verwijderen, duwt u voorzichtig tegen de kaart tot deze uit de
sleuf springt. Trek vervolgens de kaart uit de sleuf.
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel)