Problemen, oorzaak en remedie
Voer alleen de stappen uit die zijn omschreven in deze instructies. Alle bijkomende controles, onderhouds-
en herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum of een gelijkaardig
gekwalificeerde specialist als u het probleem niet zelf kunt oplossen.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Remedie
1. De accu is niet volledig gemonteerd in
de machine.
1. Verwijder de accu en vervang
vervolgens de accu in de machine;
zorg er hierbij voor dat deze volledig
gemonteerd en vergrendeld is.
2. Het accupack is niet opgeladen.
2. Verwijder het accupack uit de machine
en laad het op.
3. Het accupack is beschadigd.
3. Vervang het accupack.
De machine start niet.
4. Er is een ander elektrisch probleem
met de machine.
4. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. Er zit vocht op de kabels van het
accupack.
1. Laat het accupack drogen of veeg het
droog.
De machine loopt niet of niet continu.
2. De accu is niet volledig gemonteerd in
het gereedschap.
2. Verwijder de accu en vervang
vervolgens de accu in het
gereedschap; zorg er hierbij voor
dat deze volledig gemonteerd en
vergrendeld is.
1. De laadcapaciteit van het accupack is
te laag.
1. Verwijder het accupack uit de machine
en laad het accupack volledig op.
De machine kan niet op volle kracht
draaien.
2. De ontluchtingsgaten zijn geblokkeerd.
2. Reinig de ontluchtingsgaten.
1. Het accupack is boven of onder het
geschikte temperatuurbereik.
1. Verplaats het accupack naar een
locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
Het accupack verliest snel de lading.
2. De machine wordt te zwaar belast.
2. Maai het gras met een hogere
maaihoogte of loop langzamer tijdens
het maaien.
1. De acculader is boven of onder het
geschikte temperatuurbereik.
1. Koppel de acculader af en verplaats
deze naar een locatie waar het droog
is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C
ligt.
De acculader werkt niet.
2. Het stopcontact waarin de acculader
zit heeft niet genoeg stroom.
2. Neem contact op met uw bevoegde
elektricien om het stopcontact te
herstellen.
De zelfaandrijving van de maaimachine
werkt niet.
1. De kabel van de zelfaandrijving is
ontsteld of beschadigd.
1. De kabel van de zelfaandrijving
afstellen. De kabel vervangen indien
dit nodig is.
Het ledindicatielampje op de acculader is
rood.
1. Het accupack en/of de acculader
zijn/is boven of onder het geschikte
temperatuurbereik.
1. Koppel de acculader af en verplaats
de acculader en het accupack naar
een locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
24
Summary of Contents for 400000000
Page 2: ......
Page 35: ...decal134 4691 134 4691 1 Auto Drehzahl 2 Maximale Drehzahl 9...
Page 42: ...g337279 Bild 12 1 AUTO Stellung 2 MAX Stellung 16...
Page 62: ...decal134 4691 134 4691 1 Velocidad autom tica 2 Velocidad m xima 8...
Page 69: ...g337279 Figura 12 1 Posici n AUTO 2 Posici n M X 15...
Page 81: ...Notas...
Page 90: ...decal134 4691 134 4691 1 Vitesse auto 2 Vitesse max 8...
Page 102: ...g332177 Figure 20 20...
Page 116: ...decal134 4691 134 4691 1 Velocit Auto 2 Velocit Max 8...
Page 123: ...g337279 Figura 12 1 Posizione AUTO 2 Posizione MAX 15...
Page 149: ...g337279 Figuur 12 1 Stand AUTO 2 Stand MAX 14...
Page 180: ...g332177 Figur 20 19...
Page 193: ...decal134 4691 134 4691 1 Pr dko automatyczna 2 Pr dko maksymalna 8...
Page 200: ...g337279 Rysunek 12 1 Pozycja AUTO 2 Pozycja MAX 15...