61
7. Montage
Verwijder altijd de accu voordat u montagewerkzaamheden verricht of instellingen verandert aan de schijf
of wanneer u accessoires vervangt. Bij onbedoelde druk op de aan-uitknop (3) bestaat er anders kans op
letsel.
a) Beschermkap monteren/instellen
De beschermkap moet veilig en zo op het gereedschap worden aangebracht, dat alleen de kleinst moge-
lijke deel open naar de gebruiker wijst.
Voor de montage van de beschermkap (6) mag er geen schijf gemonteerd zijn. Verwijder eventueel de
schijf vóór de montage van de beschermkap.
• Open de spanhendel aan de beschermkap (6).
• Steek de beschermkap (6) op de flens zoals in de afbeelding getoond.
• Draai de beschermkap (6) in de gewenste positie en sluit de spanhendel
weer.
• Om de beschermkap (6) later bij een gemonteerde schijf in te stellen, opent
u de spanhendel aan de beschermkap, draait u de beschermkap (6) in de
gewenste positie en sluit u de spanhendel weer.
b) Extra handgreep monteren
Op de behuizing zijn drie schroefdraden (2) voor het monteren van een extra handgreep (7) aanwezig. Dit
vergemakkelijkt de hantering al naar gelang het doel (slijpen of doorslijpen) of voor rechts- resp. linkshan-
digen.
• Schroef de handgreep (7) in de schroefdraad (2).
c) Schijf monteren/vervangen
Gebruik uitsluitend bijpassende schijven met het juiste binnen- en buitendiameter. Gebruik geen adapters
of reduceerstukken.
Druk de motorvergrendeling (1) in zodat de aandrijfas wordt geblokkeerd.
Gebruik geen versleten, beschadigde of vervuilde schijven.
• Plaats de binnenste flens met de kraag naar buiten gericht op de aandrijfas.
• Draai de binnenste flens tot de schijf op de aandrijfas vastklikt.
• Plaats de doorslijpschijf of afbraamschijf (8) op de binnenste flens.
Let hierbij op dat de schijf (8) vanwege de vormgeving de bescherm-
kap later niet kan aanraken. Bij dikkere schijven moet de verdikking
van de behuizing van het apparaat weg wijzen, omdat de schijf an-
ders tegen de beschermkap aan kan komen.
Indien de schijf (8) is voorzien van informatie over de draairichting
dan moet de schijf worden geplaatst volgens de draairichting van
het apparaat (pijl op de beschermkap (6) resp. de motorbehuizing).
• Druk op de motor grendelinrichting (1) en schroef de buitenste flens met de
hand op de aandrijfas.
Afhankelijk van de dikte van de schijf (8) moet de kraag van het
buitenste flens naar binnen of naar buiten wijzen (zie afbeelding).
Bij het gebruik van schijven met een dikte van de machineaanslui-
ting vanaf 4 mm, wordt de buitenste flens zoals in de afbeelding
getoond met de kraag naar binnen vastgeschroefd.
Bij schijven met een lagere sterkte moet de flens met de kraag naar
buiten gericht worden gemonteerd.
• Houd de motorvergrendeling(1) ingedrukt en draai de buitenste flens vast
met de spansleutel (9).
Laat het apparaat na het monteren van een schijf ca. een minuut onbelast lopen om de schijf (8) te testen.
Zorg dat uzelf en zich in de nabijheid bevindende personen niet in het draaibereik van schijf komen. Be-
schadigde schijven breken meestal in deze testfase.
Indien de schijf tijdens het proefdraaien sterke trilt, vonken produceert of onrustig loopt, schakel het appa-
raat dan onmiddellijk uit en vervang de schijf.
