BEDIENINGSPANEEL
(Figuur 2)
A
Omlaag-knop
B
Bedrijfsindicator
C
Omhoog-knop
D
Kinderslotknop
E
Aan/uit-knop
F
Boostknop
G
Omlaag-knop
H
Timerindicator
I
Omhoog-knop
Onderdeel
Functie
Omlaag-knop
Het vermogensniveau verlagen.
Bedrijfsindicator
Het ingestelde vermogensniveau tonen.
Omhoog-knop
Het vermogensniveau verhogen.
Kinderslotknop
Het bedieningspaneel vergrendelen of ontgrendelen.
Aan/uit-knop
Het apparaat starten of stoppen.
Boostknop
De boostfunctie inschakelen of uitschakelen.
Omlaag-knop
De timer verlagen.
Timerindicator
Geeft de ingestelde tijd weer.
Omhoog-knop
De timer verhogen.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Pandetectiefunctie
Met de pandetectiefunctie werkt het apparaat niet bij gebruik van een ongeschikte pan of als het apparaat geen pan op een
kookzone detecteert. De bedrijfsindicator toont U en het vermogensniveau kan niet worden verhoogd.
Restwarmte-indicatie
De kookzones blijven na het uitschakelen van het apparaat heet. Het aanraken van een hete kookzone kan letsel veroorzaken.
De bedrijfsindicatie toont H om aan te geven dat de kookzone heet is. Als de kookzone is afgekoeld, geeft de bedrijfsindicatie
niet langer H weer.
4
Installatie
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR INSTALLATIE
• Controleer of het apparaat goed is gemonteerd. Verkeerde montage kan gevaarlijke situaties opleveren. De installateur is
aansprakelijk voor door verkeerde montage veroorzaakte schade.
• Laat de elektrische aansluiting van het apparaat uitsluitend aan een gekwalificeerde elektricien over.
• Het apparaat moet volgens nationale en regionale veiligheidsinstructies worden geïnstalleerd.
• Het apparaat valt onder beschermingsklasse I en mag uitsluitend in combinatie met een geaarde aansluiting worden
gebruikt. De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor verkeerde bediening en mogelijke door verkeerde elektrische
installatie veroorzaakte schade.
• Sluit het apparaat volgens de installatie-instructies aan op een vaste installatie met ingebouwde voorzieningen voor
uitschakelen.
• Installeer het apparaat uitsluitend boven een lade of een oven met gedwongen ventilatie. Zorg voor een minimumafstand
voor ventilatie.
• Plaats het apparaat niet boven een koelkast, een oven zonder ventilatie, een wasmachine of een vaatwasmachine.
• Zorg dat het netsnoer tijdens de installatie niet bekneld raakt of langs scherpe randen loopt. Zorg dat bij plaatsing van
een oven onder het apparaat het netsnoer via de hoeken achter de oven naar de aansluitkast lopen. Plaats het netsnoer
zodanig, dat het niet in contact komt met hete onderdelen van het apparaat of de oven.
• Het aansluitpunt, het stopcontact en/of de netstekker moeten altijd bereikbaar zijn.
• Het werkblad waarop het apparaat wordt geplaatst moet vlak, horizontaal en stabiel zijn. Neem de instructies van de
fabrikant van het werkblad in acht.
• In geval van incorrecte installatie of aansluiting komt de garantie te vervallen.
12
•
Nederlands