119
Nederlands
• Voorkom dat u het apparaat per ongeluk afvuurt.
Draag het apparaat nooit met uw vinger aan de
trekker. Houd nooit uw vinger aan de trekker als u het
apparaat niet gebruikt en als u het van de ene werkpo
-
sitie in de andere verplaatst.
• Beschouw het apparaat als een werktuig.
• Gebruik het nooit om mee te dollen.
• Verwijder voor gebruik van het apparaat alle ge
-
reedschappen die u hebt gebruikt voor onderhoud of
reparatie. Indien u gereedschap op een bewegend
onderdeel van het apparaat laat zitten, kan persoonlijk
letsel het gevolg zijn.
• Ga zorgvuldig met het apparaat om omdat dit koud
kan worden waardoor de grip en controle kan worden
aangetast.
• Gebruik het apparaat nooit bij ontvlambare stof,
gassen of dampen. Het apparaat kan een vonk ver
-
oorzaken waardoor gassen zouden kunnen ontsteken
met brand en explosie van het apparaat tot gevolg.
•
Houd het werkgebied schoon en goed verlicht. On
-
gelukken vinden vaker plaats in rommelige of slecht
verlichte gebieden.
• Gebruik het apparaat nooit als het niet in onberispelij
-
ke, werkende staat verkeert.
• Controleer het apparaat voor gebruik, zodat u zeker
weet dat het in onberispelijke, werkende staat ver
-
keert. Controleer of bewegende onderdelen correct
zijn uitgelijnd, niet vastlopen, en of er geen andere
omstandigheden zijn die de werking kunnen beïn
-
vloeden. Gebruik het apparaat nooit als u een van de
hiervoor vermelde situaties constateert omdat dit tot
een storing kan leiden.
• Als u het apparaat in de rustpositie houdt, moet u de
riem/steunhaak (G) gebruiken of het apparaat op de
zijkant leggen. Zet het apparaat nooit neer met de
neus (B) richting de gebruiker of omstanders.
• Uitsluitend technisch onderwezen personen die de
gebruiks- en veiligheidsinstructies hebben gelezen en
begrepen mogen het apparaat gebruiken.
• Houd kinderen en omstanders op afstand als u het
apparaat gebruikt. Als u afgeleid raakt, kunt u de
controle over het apparaat verliezen.
• Ga er altijd van uit dat het apparaat met spijkers is
gevuld. Onzorgvuldige omgang met het apparaat kan
ertoe leiden dat spijkers onverwacht worden afge
-
schoten en persoonlijk letsel veroorzaken.
• Richt het apparaat nooit op uzelf of omstanders, of het
apparaat nu met spijkers is gevuld of niet. Onver
-
wachte activering kan ertoe leiden dat spijkers worden
afgeschoten en letsel veroorzaken.
• Forceer het apparaat nooit. Gebruik altijd het juiste
apparaat zodat de taak beter, sneller en veiliger kan
worden uitgevoerd.
• Activeer het apparaat nooit tenzij het stevig tegen het
werkstuk is geplaatst. Als het apparaat geen contact
maakt met het werkstuk, kan de spijker afketsen en
van uw doel weg schieten.
• Gebruik het apparaat nooit bij te harde of te zachte
materialen. Bij harde materialen ketsen de spijkers
mogelijk af en kunnen persoonlijk letsel veroorzaken.
Zacht materiaal kan gemakkelijker door de spijkers
worden doordrongen waardoor deze wegvliegen.
• Drijf spijkers niet tegen andere spijkers.
• Wees extra voorzichtig als u spijkers in bestaande
wanden of andere blinde oppervlakken drijft om
contact met verborgen voorwerpen (zoals draden, lei
-
dingen, elektrische kabels) of personen aan de andere
kant te voorkomen.
• Nadat een spijker is afgeschoten, kan het apparaat
terugslaan waardoor het van het werkvlak af beweegt.
Om het letselrisico te verminderen altijd de terugslag
opvangen door:
· het apparaat altijd onder controle te houden en
alert te zijn op normale of plotselinge bewegingen
zoals terugslag;
· toe te staan dat het apparaat door de terugslag
van het werkoppervlak af beweegt;
· de terugslag niet tegen te houden zodat het appa
-
raat wordt teruggedrongen in het werkoppervlak;
· uw gezicht en lichaamsdelen uit de buurt van het
apparaat te houden.
• Ga bij werkzaamheden aan de rand van een werkstuk
of in scherpe hoeken voorzichtig te werk om schilfe
-
ren, splijten, splinteren, wegvliegen of afketsen van
spijkers en dus letsel te voorkomen.
• Gebruik dit apparaat nooit om elektrische kabels vast
te zetten. Het apparaat is niet ontwikkeld voor elektri
-
sche kabels en kan de isolatie ervan beschadigen met
elektrische schok of brandgevaar tot gevolg. Boven
-
dien is het apparaat niet geïsoleerd tegen contact met
elektriciteit.
• Gebruik het apparaat nooit voor andere doeleinden
dan waarvoor het is bedoeld. Gebruik het in het
bijzonder niet als hamer. Slagen op het apparaat
vergroten het risico op beschadigingen en onbedoeld
afvuren van spijkers.
• Gebruik het apparaat nooit met ontbrekende of be
-
schadigde veiligheidswaarschuwingslabel(s).
• Verwijder of knoei niet met bedieningselementen
en doe ook niets anders waardoor ze onbruikbaar
worden. Gebruik het apparaat niet als een deel van
de bedieningselementen onbruikbaar, ontkoppeld of
gewijzigd is, of als ze niet onberispelijk werken.