RX-Pro
53
NL
6. Plaats de spuitmond (1) in het slobgat
van de beschermkap van de spuitmond.
1
5
2
3 4
7. Schroef de beschermkap van de
spuitmond op het pistool. Plaats de
beschermkap van de spuitmond in de
gewenste spuitpositie en draai deze aan.
i
Om te kunnen spuiten, moet
de pijl op de hendel van de
spuitmond naar voren wijzen.
Bediening
1. Om te kunnen spuiten, moet de pijl op
de hendel van de spuitmond naar voren
wijzen.
2. Start de spuitinstallatie. Voor instructies
betreffende de ingebruikname, zie de
handleiding van de spuitinstallatie.
3. Pas de vloeistofdruk van de
spuitinstallatie aan totdat de sproeier
een keurige spuitnevel levert. Altijd op
de laagst mogelijke druk werken om het
gewenste resultaat te bereiken.
i
De spuitmond bepaalt de grootte
van het spuitpatroon en de
dekking. Indien u meer dekking
nodig hebt, dient u een grotere
spuitmond te gebruiken en niet
de vloeistofdruk te vergroten.
4. Het doorspuiten van een verstopte
spuitmond:
a. Draai de spuitmond 180° zodat de pijl
op de hendel van de spuitmond naar
de andere kant wijst.
b. Activeer het pistool eenmaal om ervoor
te zorgen dat de druk de verstopping
eruit spuit.
Let op
De trekker nooit meer dan één
keer achterelkaar induwen
wanneer de spuitmond de andere
kant op wijst.
c. Ga hiermee door totdat de verstopping
uit de spuitmond is gespoten.
Het vervangen van een spuitmond
Spuitmonden kunnen gemakkelijk worden
verwijderd en vervangen zonder dat het
pistool uit elkaar gehaald moet worden.
Altijd eerst de ‘procedure voor het
drukloos maken van de installatie’
volgen voordat u de spuitmond
of de beschermkap van de
spuitmond vervangt of reinigt.
1. Volg de ‘procedure voor het drukloos
maken van de installatie’ zoals vermeld in
de handleiding bij de spuitinstallatie.
2. Verwijder de spuitmond uit het slobgat
van de beschermkap van de spuitmond.
3. Breng de nieuwe spuitmond in het
slobgat van de beschermkap van de
spuitmond in. Om te kunnen spuiten,
moet de pijl op de hendel van de
spuitmond naar voren wijzen.
Het verwijderen van de afdichtring en
de afdichtring van de spuitmond
1. Verwijder de punt (1) van de
puntgeleiding (2).
2. Steek de handgreep van de punt door de
voorkant van de puntbeschermer.
3. Duw de puntpakking (3) en de
puntpakkinghouder (4) naar buiten door
de achterzijde van de tipbeschermer.
2
1
3
4
Spuitmond kiezen
Gebruik, om de grootte van de te gebruiken
spuitmond vast te stellen, de volgende formule.
In dit voorbeeld zal een “517” spuitmond
gebruikt worden.
Het eerste cijfer met twee vermenigvuldigd,
geeft de grootte van het spuitpatroon weer
wanneer op een afstand van 30 cm (12 inch)
van het werkoppervlak gespoten wordt:
5 x 2 = een spuitpatroon ter grootte van 10 inch
De volgende twee cijfers geven de doorsnee van
de uitstroomopening van de spuitmond weer:
17 = een uitstroomopening van 0,017 inch
i
Versleten spuitmonden
beïnvloeden het spuitpatroon
nadelig en hebben een verminderde
productie, slechte afwerking en
verspilling van materiaal tot gevolg.
Vervang versleten spuitmonden
onmiddellijk.