37
KOOKADVIES
Voorbeelden van vermogensregeling
(de hieronder vermelden waarden zijn enkel richtgetallen)
1 tot 2
Smelten, oplossen, bereiding
Sauzen, boter, chocolade,
gelatine, yoghurt
2 tot 3
Laten zwellen, ontdooien,
warmhouden
Rijst, diepgevroren
producten, vis, groenten
3 tot 4
Stomen, stoven
Vis, groenten, fruit
4 tot 5
Stoven, wellen, ontdooien
Vis, groenten, pasta, granen,
peulvruchten, diepgevroren
producten
6 tot 7
Aan de kook brengen, doorkoken
Vlees, lever, eieren,
braadworsten, goulash,
rollade
7 tot 8
Voorzichtig braden
Vis, schnitzel, braadworsten,
spiegeleieren
9
Braden, aan de kook brengen
Steaks, omeletten,
pannenkoeken, linzen
REINIGING EN ONDERHOUD
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Maak de kookplaat altijd regelmatig schoon als ze vuil is. Gebruik hiervoor een vochtige doek en
wat afwasmiddel.
•
Om het apparaat te reinigen moet het uitgeschakeld zijn.
•
Het reinigen van het apparaat met een stoomreiniger of een hogedrukreiniger is om
veiligheidsredenen niet toegelaten.
•
Gebruik in geen geval schurende of bijtende reinigingsmiddelen zoals grill- en ovensprays,
vlekken- of roestmiddelen, schuurpoeder of sponsjes met een krassend oppervlak.
•
Wrijf de kookplaat vervolgens met een schone doek droog.
•
Verwijder suiker, kunststof of aluminiumfolie meteen na het uitschakelen van de
kookzones.