48
Bediening
NL
Servies voor inductiekookplaat
De pannen die voor de inductiekookplaat worden gebruikt, moe-
ten van metaal zijn, magnetische eigenschappen bezitten en een
voldoende grote bodem hebben.
Gebruik uitsluitend pannen met een bodem die voor inductie
geschikt is.
Zo kunt u vaststellen of uw pan geschikt is:
Voer de hierna beschreven magneettest uit of kijk of de pan het
symbool voor het koken met inductiestroom draagt.
Magneettest:
Ga met een magneet over de bodem van uw pan. Wordt de mag-
neet aangetrokken, dan kunt u de pan op de inductiekookplaat
gebruiken.
Noot:
Bij het gebruik van sommige pannen die geschikt zijn voor induc-
tie, kunnen geluiden optreden, die te wijten zijn aan de bouw-
wijze van deze pannen.
Fout: de panbodem is gewelfd. De temperatuur kan niet correct
worden bepaald door de elektronica.
Correct: goed kookgerei!
Tips om energie te besparen
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om zuinig en effi-
ciënt met uw nieuwe inductiekookplaat en het kookservies om te
gaan.
• De panbodemdiameter moet even groot zijn als de kook-
zonediameter.
• Bij de aankoop van pannen dient u er rekening mee te houden
dat vaak de bovenste pandiameter wordt vermeld. Die is
meestal groter dan de panbodem.
• Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruimte en de over-
druk bijzonder tijdbesparend en zuinig. Door de korte berei-
dingsduur blijven vitamines bewaard.
• Let erop dat er altijd voldoende vloeistof in de snelkookpan is,
want bij een leeggekookte pan kunnen de kookzone en de pan
door oververhitting worden beschadigd.
• Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel
sluiten.
• Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende pan gebrui-
ken. Een grote, nauwelijks gevulde pan verbruikt veel energie.
Kookstanden
Het verwarmingsvermogen van de kookzones kan in meerdere
standen worden ingesteld. In de tabel vindt u toepassingsvoor-
beelden voor de verschillende standen.
Bij kookpannen zonder deksel moet ev. een hogere kookstand
worden gekozen.
Restwarmteweergave
De keramische kookplaat is met een restwarmteweer-
gave H uitgerust.
Zolang de H na het uitschakelen brandt, kan de rest-
warmte worden gebruikt om te smelten en om gerechten warm te
houden.
Na het uitdoven van de letter H kan de kookzone nog heet zijn.
Er bestaat gevaar voor verbranding!
Bij een inductiekookzone wordt de keramiek niet direct, maar
alleen door de terugstralende warmte van de pan verwarmd.
Geschikte pannen
Niet geschikte pannen
Geëmailleerde stalen pannen
met dikke bodem
Pannen van koper, roestvrij
staal, aluminium, vuurvast
glas, hout, keramiek of
terracotta
Gietijzeren pannen met geëmail-
leerde bodem
Pannen van roestvrij gelaagd
staal, roestvrij ferrietstaal of alu-
minium met speciale bodem
fout
fout
optimaal
Kookstand Toepassing
0
1-2
3
4-5
6
7-8
9
P
UIT-stand, benutting van de restwarmte
Verder koken van kleine hoeveelheden
(laagste vermogen)
Doorkoken
Gaar koken van grote hoeveelheden,
gaar braden van grote stukken
Braden, bechamelsaus maken
Braden
Aan de kook brengen, aanbraden,
braden
Powerstand
(hoogste vermogen)