– 48 –
CD Herhalen
Druk op de REPEAT toets om de gewenste
herhaal functie te selecteren.
1. Alle tracks op geladen CD
2. 1 track
3. Alle geprogrammeerde tracks
a) verschillende tracks van
verschillende CD’s
b) alle fragmenten van één disk
c) 1 track
∑
Herhaalde weergave:
Alle fragmenten van alle disks
1. Druk op de STOP (
∑
) toets en
vervolgens op de CLEAR toets.
O
De PROGRAM indikator dient te doven.
2. Druk eenmaal op de REPEAT toets.
De REPEAT ALL indikator licht op.
3. Druk op de PLAY (
∏
) toets.
De
∏
indikator licht op.
O
Alle geplaatste disks worden
doorlopend herhaald tot op de STOP (
∑
)
toets wordt gedrukt.
∑
Herhaalde weergave: Eén
fragment
1. Druk op de STOP (
∑
) toets en
vervolgens op de CLEAR toets.
O
De PROGRAM indikator dient te doven.
2. Druk op de REPEAT toets totdat
"REPEAT ONE" in het display verschijnt.
3. Druk op de DISC NO.(1~5) toets om de
disk te kiezen.
4. Kies een fragmentnumer met de
Ú
of
Æ
toets.
5. Druk op PLAY (
∏
) toets.
O
Het gekozen fragment wordt doorlopend
herhaald tot op de STOP (
∑
) toets wordt
gedrukt.
Opmerkingen:
O
Iedere REPEAT functie kan worden
gebruikt door middel van de herhaal
toets totdat de REPEAT indikators uit
gaan. Indien dit gebeurt tijdens het
afspelen zal de CD speler doorgaan met
afspelen.
O
Als het laatste fragment van disk 5 is
uitgespeeld (tijdens normale weergave),
zal het toestel automatisch op stop
schakelen.
∑
Herhaalde weergave: Alle
geprogrammeerde fragmenten
1. Druk op de STOP (
∑
) toets en
vervolgens op de CLEAR toets.
O
De PROGRAM indikator dient te doven.
2. Voer een van de onderstaande
weergaveprogramma's in (zie
"Programmeren en afspelen").
De PROGRAM indikator licht op.
a) diverse fragmenten van
verschillende disks
b) alle fragmenten van één disk
c) één fragment (1 disknummer en 1
fragmentnummer)
3. Druk eenmaal op de REPEAT toets.
De REPEAT ALL indikator licht op.
4. Druk op de PLAY (
∏
) toets.
O
Alle geprogrammeerde fragmenten
worden op volgorde herhaald tot de
STOP (
∑
) toets wordt ingedrukt.
∑
Herhaalde weergave: Eén
geprogrammeerd fragment
1. Druk op de STOP (
∑
) toets en
vervolgens op de CLEAR toets.
O
De PROGRAM indikator dient te doven.
2. Voer een van de onderstaande
weergaveprogramma's in (zie
"Programmeren en afspelen").
De PROGRAM indikator licht op.
a) diverse fragmenten van
verschillende disks
b) alle fragmenten van één disk
3. Druk tweemaal op de REPEAT toets.
De REPEAT ONE indikator licht op.
4. Druk op de PLAY (
∏
) toets.
5. Kies met de
Ú
of
Æ
toets de
geprogrammeerde disk en het te
herhalen fragment.
O
Het gekozen enkele
programmafragment zal doorlopend
worden herhaald tot de STOP (
∑
) toets
wordt ingedrukt.
O
Als een disk wordt gekozen die is
geprogrammeerd voor het heahalen van
"ALL" fragmenten, zal allen fragment 1
doorlopend worden herhaald tot op de
STOP (
∑
) toets wordt gedrukt.
Opmerking:
O
De PROGRAM REPEAT functie kan
worden geannuleerd door net zolang op
de REPEAT toets te drukken totdat de
REPEAT indicators uit gaan. Vanaf dat
punt zal de programma weergave hervat
worden.
1. Druk op de SHUFFLE toets.
De SHUFFLE indikator licht op.
2. Druk op de PLAY (
∏
) toets.
De
∏
indikator licht op en shuffle play
begint.
O
De ingebouwde microcomputer in de CD
wisselaar zal tracks selecteren en deze
random afspelen.
3. Druk opnieuw op de SHUFFLE toets om
Shuffle play
O
Indien er fragmenten zijn
geprogrammeerd, dan zullen alleen de
geprogrammeerde fragmenten in
willekeurige volgorde worden gespeeld.
O
Als alle geprogrammeerde fragmenten
door de "shuffle" funktie zijn gespeeld,
zal de speler automatisch op stop
schakelen.
O
Tijdens "shuffle" weergave van
geprogrammeerde fragmenten zullen de
Ú
of
Æ
toetsen fragmentnummers
in hun geprogrammeerde volgorde
opzoeken.
O
Als er tijdens normale SHUFFLE
weergave (door elkaar) een nieuw
fragmentnummer of disknummer wordt
geselecteerd en er op de PLAY (
∏
)
toets wordt gedrukt, zal de CD-wisselaar
het nieuwe fragment afspelen waarna
de weergave van nummers door elkaar
weer zal worden hervat.
O
Als er tijdens geprogrammeerde
SHUFFLE weergave (door elkaar) een
nieuw fragmentnummer wordt
geselecteerd en er op de PLAY (
∏
)
toets wordt gedrukt, zal de CD-wisselaar
het nieuwe fragment niet afspelen, maar
gewoon doorgaan met de weergave
door elkaar van de ingevoerde
fragmentnummers.
3. Druk opnieuw op de SHUFFLE toets om
deze functie uit te schakelen.
O
Als de SHUFFLE toets opnieuw wordt
ingedrukt, zal de "shuffle" weergave
eindigen en de speler overschakelen op
normale (of geprogrammeerde)
weergave.
4. Druk op de STOP (
∑
) toets om het door
elkaar spelen van fragmenten
(SHUFFLE) te stoppen.
∑
Controleert de inhoud van alle
CD’s
1. Druk op de INTRO (of INTRO CHECK)
toets.
De INTRO indikator licht op.
2. Druk op de PLAY (
∏
) toets.
De eerste 10 seconden van iedere track
van iedere CD worden afgespeeld.
O
Wordt tijdens de intro-weergave van
een fragment op de INTRO (of INTRO
CHECK) toets gedrukt, dan zal het
toestel vanaf dat fragment
overschakelen op normale weergave
van de disk of het programma.
O
Wordt de INTRO (of INTRO CHECK) toets
tijdens normale weergave ingedrukt,
dan zal de intro-weergave starten vanaf
het volgende fragment. Gebeurt dit
echter binnen 10 sekonden van het
begin van het fragment, dan zal intro-
weergave starten met het spelende
fragment.
Intro Check CD spelen