59
"Slaapmodus".. De temperatuur stijgt na een uur automatisch met 1 °C en na 2 uur met 2 °C Daarna blijft de
temperatuurinstelling constant.
Verwarmingsfunctie: Het apparaat met de MODE-knop in de verwarmingsmodus zetten (zie hoofdstuk „Installatie
van de verwarmingsfunctie“), de gewenste temperatuur selecteren en de knop „Slaapmodus“ indrukken. De
temperatuur daalt na een uur automatisch met 1 °C en na 2 uur met 2 °C Daarna blijft de temperatuurinstelling
constant.
In de slaapmodus blijft de snelheid van de ventilator automatisch in de lage stand en kan niet worden ingesteld.
4. SNELHEID VAN DE VENTILATOR Gebruik deze toets om een lage, gemiddelde of hoge ventilatorsnelheid in
te stellen.
De aanpassing van de ventilatorsnelheid is alleen in de koelmodus en ventilatiemodus mogelijk. In de
ontvochtigingsmodus draait het apparaat automatisch op lage snelheid, in deze modus kunnen geen wijzigingen
in de ventilatorsnelheid worden uitgevoerd.
5. TEMPE: Het apparaat met de MODE-knop in de koelmodus of de verwarmingsmodus zetten (zie
hoofdstuk „Installatie van de verwarmingfunctie“) en deze knop bedienen om de temperatuur te verhogen.
Eenmaal indrukken van deze toets verhoogt de temperatuur met 1 °C. Instelbare maximumtemperatuur is 31 °C.
6. TIMER: Zet het apparaat in de standby-modus (het apparaat is aangesloten op het elektriciteitsnet, de
POWER-toets is echter niet ingedrukt) en druk op de toets TIMER. Nu kunt u de gewenste activeringstijd met de
toetsen TEMP+ en TEMP- (1u-24u) instellen en bevestigen met de TIMER-toets. Zodra de ingestelde tijd
verlopen is, wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. Als de POWER-toets wordt ingedrukt voordat de tijd
is verlopen, wordt de instelling gereset en het apparaat ingeschakeld. Bij het instellen van de timer kunt u ook de
gewenste modus selecteren.
U kunt ook de uitschakeltijd bepalen door tijdens het functioneren te drukken op de TIMER-toets en de gewenste
tijd aanpassen met de toetsen TEMP+ en TEMP- (1u-24u) en bevestigen met de TIMER-toets. Zodra de
ingestelde tijd verlopen is, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Als de POWER-toets wordt ingedrukt
voordat de tijd is verlopen, wordt de instelling gereset en het apparaat uitgeschakeld.
7. MODE: Deze knop indrukken om de koel-, ontvochtigings-, ventilatie- en verwarmingsmodus te activeren.
8. DISPLAY: Het display toont de huidige omgevingstemperatuur of de ingestelde in-/uitschakeltijd, op
voorwaarde dat de timerfunctie is geactiveerd. Zodra u de temperatuur of de tijdsinstelling wijzigt, zullen deze
kort op het display worden weergegeven en keert dit daarna terug naar de actuele weergave.
Op het display worden ook foutcodes weergegeven. Meer informatie daarover kunt u vinden in het hoofdstuk
"Foutmeldingen".
Installatie van de verwarmingsfunctie
Het opzetstuk (15) en de luchtafvoerslang (10) zoals hieronder afgebeeld monteren.
Installatie van het HEPA-filter / „fresh“-functie
Het HEPA-filter in het apparaat plaatsen.
Opmerking
: Let erop dat voor de „fresh“-functie geen accessoires nodig zijn.