12
OPGeLeT:
Niet in de kap kijken of grijpen! Kans
op verwondingen!
De handgreep kan desgewenst rechts of links erin
geschroefd worden. De afdichtingsborstels kunnen
na het losdraaien van de buitenliggende schroeven
gemakkelijk in de hoogte worden ingesteld. Bij glad-
de vlakken moeten de afdichtingsborstels tot aan de
aanslag worden geschoven. Bij een ruwe ondergrond
de borstels dienovereenkomstig langer instellen. Stel
de afdichtingsborstels zodanig in, dat er geen water
aan de zijkant naar buiten komt en een gemakkelijke
en vloeiende beweging van de reinigingskap mogeli-
jk is. Werk in verticale banen met de reinigingskap.
De kap kan echter ook een beetje zijwaarts worden
bewogen.
Controleer of de reinigingskap van binnen schoon is
en geen vuil bevat dat de draaiing van de rotatiespro-
eikop kan belemmeren. Controleer voor aanvang van
het werk altijd of het water gelijkmatig uit de beide
sproeiers van de rotatiesproeikop komt en of de kop
door de leidingwaterdruk draait in de reinigingskap
(controleer dit nooit terwijl de hogedrukreiniger is
ingeschakeld).
OPGeLeT:
Kijk daarbij aan de zijkant in de reini-
gingskap, nooit recht op de rotatiespro-
eikop kijken en daarbij het handventiel
bedienen.
Als het water niet gelijkmatig uit de sproeiers komt,
dan moeten deze worden gereinigd: schroef de spro-
eiers uit hun draagarmen met een steeksleutel, SW
8 mm, en reinig de binnenkant van de boorgaten
zorgvuldig. Bedien het handventiel nogmaals om
eventuele vuilresten uit de draagarmen te spoelen.
Vervolgens de sproeiers weer inschroeven en met de
steeksleutel vast draaien.
Verwijder het vuil dat zich in de lagers van de ge-
leidingswieltjes heeft vastgezet wanneer de gelei-
dingswieltjes niet meer gemakkelijk gedraaid kunnen
worden.
Tip:
Regelmatige reiniging en onderhoud na het werk
voorkomt storingen!
Zuigslang:
De maximale lengte van de zuigslang is 30 m. Gebruik
geen langere slangen dan nodig. Zorg ervoor dat de
zuigslang altijd in rechte banen ligt en niet doorhangt
en / of knikt.
Spoel de slang na het werk goed door om te voorko-
men dat hij verstopt raakt.
Bij werkzaamheden aan de steiger kunt u om de
trekkracht op de zuigslang op te heffen deze d.m.v.
slanghouders (art.-nr. 64 24 25) aan de steiger
ophangen.
Afzuigapparaat met dompelpomp:
De zuigkop is uitgerust met een zuigstroomonder-
breking die de zuigwerking onderbreekt zodra het
aandeel vaste deeltjes in de filter te hoog wordt.,
het water niet meer uit de filter kan lopen en de
waterstand in de filter de maximale hoogte heeft
bereikt.
OPGeLeT:
Onderbreek het werk dan meteen, schakel
het apparaat uit en reinig de filter.
Voor het leegmaken van de filter de 3 spansluitingen
op de ketel losmaken en de ketelkap naast de ketel
plaatsen. Nu kunt u de steunkorf gemakkelijk eruit
trekken. Reinig de herbruikbare filter, was hem uit
en zet het apparaat in omgekeerde volgorde weer
in elkaar. Bij het opnieuw plaatsen van de steunkorf
erop letten dat de afdichtingsring schoon is en glad
afdicht! Als de filter na korte tijd weer vol water staat,
dan raden wij u aan bij de reinigingswerkzaamheden
de ondergrond schoon te borstelen en bij afbijtwerk-
zaamheden de losgekomen verflaag met een breed
plamuurmes te verwijderen en / of een grovere filter
te plaatsen. Naast de standaard filter met 400 mµ
leveren wij ook grovere filters die meerdere keren te
gebruiken zijn.
Om restwater uit de ketel te verwijderen, kunt u de
ketel omkiepen. Vergrendel eerst de voorste loopwiel-
tjes op het onderstel, zodat voorkomen wordt dat het
onderstel per ongeluk wegrolt.
De dompelpomp schakelt via een vlotterschakelaar
automatisch in en uit.
Vulstandcontrole is niet nodig en werkonderbrekingen
voor het leegmaken van het reservoir worden voorko-
men. De pomp moet via het stopcontact op de zuigkop
van stroom worden voorzien.
Als de machine voor de eerste keer of na een langere
periode van stilstand (weken/maanden) gebruikt wordt,
kan zich in de dompelpomp een luchtbel vormen, zodat
er geen water in de pompkamer stroomt. Controleer in
dit geval of de pomp volledig onder water is. Steek de
stekker van de STORCH-hogedrukkrake in een geaard
stopcontact en steek de stekker van de pomp in het
contact op de zuigkop. De pomp start. Druk de vlotter
nu met de hand onder water (pomp schakelt uit), houd
de vlotter even onder water en laat hem dan weer
los (pomp schakelt weer in). Herhaal deze procedure
totdat het water wordt weggepompt.