INSTALLATIE
Montage
WPKI-Set
| 27
N
ED
ER
LA
N
D
S
4. Montage
!
Materiële schade
f
f
Houd bij de aansluiting van een circulatiepomp
rekening met de maximale belastbaarheid van de
relaisuitgangen van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk "Technische gegevens / Gegevensta-
bel" in de handleiding van de warmtepompma-
nager).
Info
f
f
Installeer een vul- en aftapkraan, een drukexpan-
sievat en een kogelafsluitkraan.
Deze worden niet meegeleverd.
175
245
315
828
624
725
790
220
730
85
170
85
f02
f01
e02
d38
d37
e01
D
00000
27
95
1
e01
Verwarming aanvoer
e02
Verwarming retour
f01
Warmtebron aanvoer
f02
Warmtebron retour
d37
Warmwateraanvoerleiding
d38
Warmwaterretourleiding
f
f
Neem de onderdelen van de module uit de
transportverpakking.
70
20
26
�0
3�
14
�0
13
6
f
f
Kort de koppelingsbuis naar de retourleiding van de
warmtebron in op de plaats waar deze aansluit op de
warmtepomp.
f
f
Verwijder de afgekorte onderste delen van de buis.
26
�0
3�
14
�0
13
7
1
4
3
2
1
Schroefmoer met inlegstuk
2 Terugslagklep, handmatig ontgrendelbaar
3 Solecirculatiepomp
4
adapter
f
f
Monteer de solecirculatiepompen overeenkomstig de af-
beelding tussen de uitgangen uit de warmtepomp en de
eerder ingekorte koppelingsbuis.
f
f
Lijn de warmtepompen uit.
Info
De koppelingsbuizen zijn nog niet gesoldeerd om
kleine correcties mogelijk te maken bij het uitlijnen.
f
f
Neem bij het uitlijnen van de warmtepompen de
toegestane afstand van 180 tot 220 mm in acht.
f
f
Monteer de overige onderdelen van de installatie en
schroef ze handvast.
26
�0
3�
14
�0
14
2
f
f
Zachtsoldeer de koppelingsbuizen op de met pijlen ge-
markeerde plaatsen.
f
f
Draai de schroefkoppelingen vast.
f
f
Controleer de warmtebroninstallatie en het afgiftesys-
teem op dichtheid.
f
f
Isoleer de installatie conform de
energiebesparingvoorschriften.