33
Instellingen
Boven + onder convectie
Boven convectie
Boven + onder warmte
Boven warmte
Onder warmte
1. Bakovenmodus:
Schakelaar in stand of brengen en de gewenste temperatuur instellen. De
baktijd met de tijdschakelklok kiezen. Het controlelampje is verlicht. Wanneer de
tijdschakelklok verstreken is, weerklinkt er een belletje en dooft de lamp. Tijdens het
bakken gloeien de verwarmingselementen in verschillende mate fel, er is geen sprake
van een fout. Als de bodem van het te bakken voedsel krokanter wordt, zet u op het
einde van de baktijd de schakelaar op .
2. Grillmodus:
Schakelaar in stand of , thermostaat op 230°C en tijdschakelklok op de gewenste
tijd instellen. De onderste verwarmingselementen worden niet heet.
Het te grillen voedsel op de rooster leggen en de pan op het onderste verwarmings-
element zetten.
Na de helft van de tijd het te grillen voedsel keren. Tijdens het grillen met de rooster
de pan altijd één positie onder de rooster inschuiven.
3. Ontdooien – warm houden:
Tijdschakelklok instellen, schakelaar op en ook thermostaat op 100°C zetten.
Levensmiddelen in de pan doen of ze op de rooster doen.
4. Circulatielucht:
Deze trap gebruikt men bijvoorbeeld bij het bakken, opbakken of ontdooien.
Daarbij de schakelaar met het circulatieluchtsymbool inschakelen.
Opmerking:
Na beëindiging van het bakken, grillen of ontdooien zet u de programmakeuzescha-
kelaar en de tijdschakelklok op OFF en de thermostaat op 100°C.
Summary of Contents for KB 14
Page 45: ...45...