NEDERLANDS
Bijzondere instructies
z
Houd het product uit de buurt van televisies, computers of magnetrons, om storingen in de
ontvangst te vermijden.
z
Laat in elk geval 10cm ruimte over rondom het product om voor voldoende ventilatie te zorgen.
z
Wanneer de wisselstroomadapter aangesloten is op de DC-ingang van het apparaat, werkt het
apparaat niet op batterijen. Als u het apparaat op batterijen wilt gebruiken moet u de stekker
van de adapter uit de DC-ingang van het apparaat halen.
z
Gebruik alleen batterijen van goede kwaliteit (bv. alkaline)
zonder
kwik & cadmium.
z
Gooi oude batterijen niet weg bij het huisvuil. Lever ze in bij speciale inzamelingspunten of bij
uw locale handelaar.
z
Gebruik geen oplaadbare batterijen; het voltage van dit soort batterijen (1,2V per batterij) is
niet voldoende voor dit apparaat.
z
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
z
Verwijder de batterijen wanneer het product lange tijd niet gebruikt wordt, om schade door
batterijlekkage te voorkomen.
Plaatsing batterijen
1. Open het batterijvak (10) aan de achterkant van het apparaat: Draai de schroef los en verwijder
de klep.
2. Plaats 4 batterijen maat “C” (UM-2) (niet bijgeleverd) volgens de polariteitsaanduidingen in het
batterijvak.
3. Sluit het batterijvak (10): Plaats de klep weer terug en draai de schroef vast.
Opmerking: Verwijder de batterijen wanneer het product lange tijd niet gebruikt wordt, om schade
door batterijlekkage te voorkomen.
Stroomvoorziening door middel van wisselstroomadapter
1. Sluit de AC/DC-adapter aan op de DC-ingang (9) van het apparaat.
2. Sluit de AC/DC-adapter aan op een goed geïnstalleerd stopcontact.
Opmerking: Wanneer de adapter gebruikt wordt, worden de batterijen automatisch uitgeschakeld.
Als u het apparaat op batterijen wilt gebruiken, let er dan op dat de stekker van de adapter uit de
DC-ingang van het apparaat is gehaald.
Opmerking: Haal de stekkers van de adapter uit het apparaat en uit het stopcontact, wanneer het
apparaat lange tijd niet gebruikt wordt.
Radio
1. Zet uw radio aan door de knop (3) op AM of FM te zetten.
2. Stem af op de gewenste zender door aan de afstemknop (6) te draaien. FM-frequenties worden
weergegeven in MHz (Megaherz). AM-frequenties worden weergegeven in KHz (Kilohertz).
3. Draai aan de volumeknop (1) tot een comfortabel geluidsniveau is bereikt.
4. Zet de knop (3) op OFF om de radio uit te zetten.
Koptelefoonaansluiting
Het apparaat is voorzien van een koptelefoonaansluiting (8). U kunt de koptelefoons aansluiten
(connector 3,5mm /32 ohm, beschikbaar bij uw plaatselijke handelaar) en aan de volumeknop (1)
draaien totdat een comfortabel geluidsniveau is bereikt.
Wanneer er externe koptelefoons aangesloten zijn, wordt het geluid van de hoofdluidspreker (4)
uitgeschakeld.
NL 2