21
Een iPod rechtstreeks bedienen
— Passagiersbediening
U kunt een iPod die is aangesloten op de
dockconnector rechtstreeks bedienen.
1
Houd tijdens het afspelen
(MODE)
ingedrukt.
"Mode iPod" wordt weergegeven en u kunt de
iPod rechtstreeks bedienen.
De passagiersbediening uitschakelen
Houd
(MODE)
ingedrukt.
"Mode Audio" wordt weergegeven en de
weergavestand wordt gewijzigd in "Resuming".
Opmerkingen
•
Het volume kan alleen worden aangepast op het
apparaat.
•
Als deze modus wordt geannuleerd, wordt de
instelling voor herhalen uitgeschakeld.
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken wijzigen
1
Druk op de multi-encoder.
2
Draai de multi-encoder tot het
gewenste menu-item wordt
weergegeven en druk op de multi-
encoder.
3
Gebruik de multi-encoder om de
instelling te selecteren en druk op de
multi-encoder.
4
Druk op
(BACK).
De instelling is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
De volgende items kunnen worden ingesteld:
De werking van de multi-encoder verschilt
afhankelijk van de items.
: duw de multi-encoder omhoog/omlaag
: duw de multi-encoder naar links/rechts
: draai de multi-encoder
EQ3 Parametric Preset
(
of
)
Een equalizercurve selecteren uit
7 muziektypen.
EQ3 Parametric Tune
*
1
Aangepaste equalizerinstellingen. Zie "De
equalizercurve aanpassen — EQ3 Parametric
Tune"
Subwoofer Tune & LPF
Phase
(
,
of druk op
(MODE)
)
De fase selecteren: "Normal", "Reverse".
FREQ
(
)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "80Hz", "100Hz", "120Hz",
"140Hz", "160Hz", "off".
Level
(
)
Het subwoofervolume aanpassen: "+10 dB" –
"0 dB" – "–10 dB".
("–
∞
" wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
HPF & Speaker Select
Speaker
(
)
De luidspreker selecteren: "All", "Front" of
"Rear".
FREQ
(
)
De kantelfrequentie selecteren: "off", "80Hz",
"100Hz", "120Hz", "140Hz", "160Hz".
vervolg op volgende pagina
t