Sonoro sonoroCD SO-210, Operating Manual

Page: 51 / 231

Afb. 7: Batterij plaatsen
1.
Open de batterijvakdeksel aan de achterzijde
van het apparaat met een kleine munt (Afb. 7).
2. Plaats de meegeleverde batterij met het
opschrift omhoog.
3. Breng de batterijvakdeksel weer aan en sluit
deze met een kleine munt.
7.3 Spanningsvoorziening realiseren
De spanningsvoorziening van het apparaat wordt uit-
gevoerd met het meegeleverde netdeel. Bij het net-
deel met universele adapter moet deze voor gebruik
in elkaar worden gestoken.
L WAARSCHUWING!
Letselgevaar door onvakkundige omgang!
Door onvakkundige omgang met het netdeel met
universele adapter bestaat gevaar voor een
stroomstoot.
– Het netdeel en de universele adapter moeten
steeds vast met elkaar verbonden zijn.
– Trek het netdeel er recht uit zodat de adapter
niet van de houder breekt.
L AANWIJZING!
Materiële schade door verkeerde spanningaans-
luiting!
Aansluitwaarden die de maximaal toegestane
waarden van het apparaat overschrijden, kunnen
het apparaat onbruikbaar maken.
– Gebruik uitsluitend het meegeleverde netdeel.
– Gebruik het apparaat uitsluitend als de op het
netdeel aangegeven elektrische spanning met
de spanning van uw contactdoos overeenkomt.
Afb. 8: Universele adapter aanbrengen en verwijderen
1.
Schuif de universele adapter op het netdeel tot
deze vergrendelt (Afb. 8).
2. Steek de aansluitstekker van het netdeel op de
achterzijde van het apparaat in de DC-aanslui-
ting 15,5 V, 2,9 A.
3. Steek de netstekker in de contactdoos.
7.4 Antenne aansluiten
De meegeleverde antenne is voor de radio-ontvangst
in het FM-frequentiebereik en voor DAB-radiozenders
vereist.
1.
Schroef de meegeleverde FM/DAB-antenne op
de achterzijde van het apparaat met de DAB/
FM-antenneaansluiting.
2. Klap de antenne uit en richt deze zodanig dat de
ontvangst optimaal is.
i
Voor een goede FM/DAB‐radio‐ontvangst moeten
de twee uiteinden van de antenne met de aan‐
sluitleiding een "T" (dipool) vormen.
Voor een nog betere ontvangst kan het apparaat
ook op een geschikte huisantenne worden aange‐
sloten.
51