2686
3
NL
3.
INSTALLATIE
3.1 BEVESTIGING OP DE KETEL
➤
Schroef en twee moeren in de flens (1) aanbrengen, (zie fig. 2).
➤
Indien nodig, de gaten in de flensdichting (5) vergroten.
➤
Bevestig de flens (1) op de ketelplaat (4) met behulp van de schroeven (2) en
(indien nodig)
de moeren
(3) en
voeg de flensdichting (5) ertussen
, (zie fig. 3).
Fig. 2
E9132
1
1
E9131
Fig. 3
4
3
2
2
5