Siemens Building Technologies
A6V11285667_----_b
05.06.2018 24
Gebruikersniveau "LOOP 0"
Gebruikersniveau
Segmenttest
Energievolume
In geval van storing een
storingsmelding met
kengetal
Koelingsregisters
(optioneel)
Volume
Huidige waarden "LOOP 1"
Huidige waarden
Actuele stroom
Temperatuurverschil
Actueel warmtevermogen
Bedrijfsuren met stroom
Actuele temperatuur
warme zijde, actuele
temperatuur koude zijde
wisselen om de 2 sec.
Storingsuren
Tijd met stroom
Waarden van de vorige maand "LOOP 2"
Waarden van de vorige maand
Opslagdag
Max. vermogen
steeds wisselend met
datumstempel (2 sec).
Energievolume op
peildatum
Koelingsregisters op de
rapportagedatum
(optioneel)
Max.
temperatuur
warme zijde steeds
wisselend
met
datumstempel (2 sec)
Volume op peildatum
Max.
temperatuur
koude zijde steeds
wisselend
met
datumstempel (2 sec).
Storingsuren
op
peildatum
max. Durchfluss am
Stichtag im 2 s-Wechsel
mit Datumsstempel
Algemeen/communicatie "LOOP 3"
Algemeen/communicatie
Apparaatnummer, 7-cijferig
Jaarlijkse peildatum
Optionele interface
Maandelijkse peildatum
Primair adres (alleen bij M-
bus)
Firmwareversie
Secundair adres 7-cijferig -
bij M-bus
CRC-Code
Overige "LOOP 4"
Overige
Datum
Code-invoer voor
controle/parameter-
bereik
Tijd
4.1
Maandwaarden
De meter slaat tot 24 maanden steeds op de maandelijkse
peildatum de waarden op voor
de storingsuren
het volume
het energievolume
en steeds de maxima met datumstempel voor
stroom
vermogen
temperatuur warme zijde
temperatuur koude zijde
4.2
Parameterisering
Wanneer het LCD-scherm de invoer voor de code weergeeft,
kunt u door middel van het invoeren van de code het
parametreerbereik oproepen. In het parametreerbereik kunt u
bijv. datum en het primaire adres van de M-bus instellen. Voor
meer informatie, zie de afzonderlijke parametreerhandleiding.
5.
Inbedrijfname
Voor de inbedrijfname gaat u als volgt te werk:
Open de afsluiter.
Controleer de installatie op dichtheid
Ontlucht de installatie zorgvuldig.
Druk kort op de toets op de meter.
De melding "F0" verdwijnt na 10 sec.
Controleer de weergaven van de flow en temperaturen op
betrouwbaarheid.
Indien nodig de installatie ontluchten totdat de flow
meetwaarden stabiel zijn.
Breng de gebruikersbeveiligingen op de flow meetwaarden
en de temperatuurvoelers aan. In de leveringsomvang
bevinden zich twee self-lockafdichtingen voor het afdichten
van een voeler en de aansluitschroefverbinding.
Noteer de meterstanden voor energie/volume en
bedrijfs/storingsuren.
Storingsmeldingen bij verkeerde montage
Storing "verkeerde stroomrichting (negatief)"
Controleer of de stroomrichtingspijlen op de debietmeter met de
stroomrichting van het systeem overeenstemmen. Wanneer de
richtingen niet overeenstemmen, draait u de debietmeter 180°.
Storing "negatief temperatuurverschil"
Controleer of de temperatuurvoeler in het juiste circuit is gemonteerd
(omwisseling voorloop en retourloop). Gebruik alleen een voor
montage geschikte meter.
Warmtemeter:
Temperatuurvoeler in de voorloopbuis met hoge temperaturen;
temperatuurvoeler in de terugloopbuis met lage temperaturen
Koudemeter:
Temperatuurvoeler in de voorloopbuis met lage temperaturen;
temperatuurvoeler in de terugloopbuis met hoge temperaturen
6.
Functionele details
Wanneer de desbetreffende reactiegrenzen overschreden
worden en stroom en temperatuurverschil positief zijn, worden
de energie en het volume samengevat.
Bij onderschrijdende reactiegrenzen wordt steeds een "u"
aangegeven op de desbetreffende plaats bij de stroom-, vermogen-
en temperatuurweergave.
In het gebruikersniveau verschijnt bij een positieve stroom het
actief-teken op het LCD-scherm.
Bij een segmenttest worden alle segmenten van de weergave
ingeschakeld ter controle. De stroom, het vermogen en het
temperatuurverschil worden met het overeenkomend teken
vastgelegd.
De bedrijfsuren worden vanaf de eerste aansluiting van de
voedingsspanning geteld. De meter slaat "bedrijfsuren met
stroom" op, zodra een positieve stroom wordt gemeten.
Storingsuren worden samengevat, wanneer een storing
aanwezig is en de meter daarom niet meer kan meten.
Opgeslagen maximumwaarden worden rechtsonder in het
scherm door "
" gemarkeerd.