33
nl
Bedienen
■
De sapcentrifuge is niet geschikt voor
het verwerken van bijzonder harde,
vezelige en zetmeelhoudende fruit- en
groentesoorten (bijv. suikerriet, bananen,
papaja’s, avocado’s, vijgen en mango’s).
Uitpersen
W
Gevaar voor letsel
Niet met de vingers in de vulopening
grijpen. Altijd de bijgevoegde stopper
gebruiken!
■
Het in elkaar gezette apparaat op een
vlakke en schone ondergrond zetten.
■
Stekker in wandcontactdoos doen.
■
Apparaat inschakelen.
– Stand
1
is vooral geschikt voor fruit /
groente met zeer veel sap, bijv.
watermeloenen, druiven, tomaten,
komkommers en frambozen.
– Stand
2
is vooral geschikt voor hard en
stevig fruit en groente, bijv. wortels.
De gebruiksduur van het apparaat
bedraagt 10 minuten voor alle fruit-
en groentesoorten, zoals wortels,
komkommers, appels en peren. Daarna het
apparaat uitschakelen en laten afkoelen.
■
Fruit / groente in de vulopening doen
terwijl de motor loopt.
■
Gebruik voor het aandrukken uitsluitend
de stopper. Nooit uw vingers in de
vulschacht steken! Slechts lichtjes op de
stopper drukken. Dit levert meer sap op
en ontziet het apparaat.
■
Apparaat uitschakelen. Schakelaar
op
f
zetten. Het apparaat pas
uitschakelen wanneer er geen sap meer
uitloopt.
Attentie!
Altijd wachten met openen tot de motor
stilstaat.
Belangrijke aanwijzingen
– Pulpbak leegmaken voordat de pulp de
rand van het zeefbakje bereikt.
– Trillingen van het apparaat tijdens het
centrifugeren wijzen op een verstopte of
beschadigde zeef. Het apparaat direct
uitschakelen. Zeef controleren. Een
beschadigde zeef niet meer gebruiken!
■
Zeef aanbrengen en omlaag drukken
tot hij hoorbaar vastklikt. De zeef moet
vast op de aandrijving zitten! Eerst
controleren op beschadiging!
■
Pulpbak aanbrengen in de
motoreenheid.
■
Deksel aanbrengen.
■
Sluitbeugel hoorbaar vastklikken door
■
deze over het deksel te draaien.
■
Sapkom met de gietmond onder de
uitloop zetten. Deksel op de sapkom
doen om spatten te voorkomen.
■
Sluiting in de uitloop openen.
■
Stopper in de vulschacht steken. De
stopper heeft een geleidingssleuf!
Fruit en groente voorbereiden
Attentie!
Verwerk alleen rijp(e) en niet-bevroren fruit
en groente. Bij onrijp fruit en onrijpe groente
raakt de zeef zeer snel verstopt.
■
Fruit en groente eerst wassen.
■
Pitten verwijderen. Dikke stelen
verwijderen.
■
Grote stukken fruit en groente eerst klein
maken, zodat het in de vulopening past.
■
Alleen vers fruit en verse groente
verwerken.
■ Vruchten met een dikke en harde
schil (bijv. ananassen, meloenen,
sinaasappels, rode bieten) eerst
schillen. Het wit en de velletjes van
citrusvruchten verwijderen!
■
De consistentie van het appelsap hangt
af van de gebruikte appelsoort. Hoe
sappiger de appels, des te dunner het
sap. Aan appelsap kunt u een paar
druppels citroensap toevoegen om het
bruin worden van het sap te vertragen.
■
Ook bladeren en stelen (bijv.
stronken van kropsla) kunnen in deze
sapcentrifuge worden verwerkt.
■
Drink het sap direct nadat u het hebt
toebereid, het verliest snel zijn smaak
en voedingswaarde.