Siemens IR270CT User Manual Download Page 8

007038_b_- - _- -   p8

Gebruiksvoorschriften voor IR270CT

H

De detector reageert het meest gevoelig op bewegingen die dwars op de
detectiezone verlopen (richting pijlen fig. 1 en 2).

H

Het detectiegebied wordt begrensd door muren, meubilair, pilaren, ruiten
e.d.

H

De detector is ontworpen voor een optimale detectiegevoeligheid en een
maximale onderdrukking van vals alarm. Het is desondanks raadzaam om
de volgende punten in acht te nemen (fig. 10):

- Richt de zones niet op warmte- en koudebronnen alsmede plaatsen die

blootstaan aan een sterke zonnestraling.

- Richt de zones op eenzelfde soort referenties. Zones die zijn gericht op

verwarmingen (incl. vloerverwarming), kunnen de detectiewaarschijnlijk-
heid verminderen.

- Is plaatsing boven radiatoren onvermijdelijk, houd dan een minimale af-

stand van 1,50m aan!

H

De sabotageveiligheid voldoet met een geïntegreerd afbreekcontact en het
«real time» afdekbewakingssysteem aan de hoogste eisen. Ook wordt op
alle functies van de complete detector, inclusief de detectiesensoren, con-
tinu toezicht gehouden.

Montage

De detector is bedoeld voor gebruik in binnenruimtes.

De printplaat in de detector mag niet worden verwijderd. Risico van be-
schadiging!

1. Open de detector (fig. 3).
2. Monteer de detector in interieurs op een verticaal, stabiel oppervlak.

- De hoogte boven de vloer kiest u vlg. fig. 1 of 2.
- Hoek- en 45

°

-montage (rechts/links) zijn zonder accessoires mogelijk (fig.

4A).

- Als de detector hoger dan 3m wordt gemonteerd, moet hij met een hoek van

2

°

 naar beneden worden gericht om nog indringers te kunnen detecteren

die onder de detector kruipen en om het bereik te garanderen (fig. 4B).

- De kabel wordt door één van de twee uitbreekpunten A naar binnen geleid

(fig. 5).

3. Sluit de bekabeling aan vlg. fig. 7.
4. Doorprik t.b.v. de trekontlasting van de aansluitkabel nok B door (fig. 5) en
maak de kabel met een trekstrip vast.
5. Kies de gewenste instellingen vlg. het hfdst. “Programmering“.
6. Plaats het deksel weer terug, draai het met de bijgeleverde schroef vast en
sluit het schroefdeksel zoals weergegeven in fig. 3.

Afbreekbeveiliging figuur 6
Als de detector met geweld van het montageoppervlak wordt verwijderd,
wordt een sabotagealarm geactiveerd.
De bodem van de detector moet met een extra schroef worden beveiligd.

Besturingsingangen 

figuur 7

Afstandsbediening van de looptest-indicatie klem 4
Afstandsbediening van de looptest-indicatie AAN/UIT. De polariteit van het
besturingssignaal wordt gekozen met DIP-schakelaar 1.

Afstandsbediening scherp/onscherp klem 5
Afstandsbediening van de toestand scherp/onscherp. De polariteit van het
besturingssignaal wordt gekozen met DIP-schakelaar 4.

Een open besturingsingang is HIGH (interne pull-up); bij aansturing met
actieve HIGH moet een weerstand type 2k

, max. 47k

/detector) naar

0V worden geschakeld.

Programmering

Met de schakelaars DIP1 -  DIP8 kunnen de volgende functies worden geko-
zen.

DIP ON

OFF (default) Functie

1

LOW (0V)

HIGH (+12V) Potentiaal voor looptest Aan op klem 4

2

Zie tabel ”Gevoeligheids-
instellingen”

Gevoeligheid van de bewegingsdetec-
tie

3

Zie tabel ”Gevoeligheids-
instellingen”

Gevoeligheid van de bewegingsdetec-
tie

4

LOW (0V)

HIGH (+12V) Potentiaal voor onscherp op klem 5

5

Op storing &
alarmrelais

Alleen op
storingsrelais

Detector functiebewaking, storing
(DIST) & afdekbewaking (AM)

6

Hoog

Standard

Gevoeligheid afdekbewaking (AM)

7

Latch

Real time

Afdekbewaking functie (AM)

8

-

-

-

Bij de installatie met inbraakmeldcentrales zonder storingsingang
moet DIP5 op ON worden ingesteld.

Gevoeligheidsinstellingen

DIP2

DIP3

Gevoeligheid /
Bereik

Toepassingen

ON

ON

Hoge waarden
18m

Verscherpte detectieeisen

OFF

OFF

Standaard (default)
18m

Woonkamer, kantoor

ON

OFF

Verhoogde stabiliteit
18m

Ruimten met geringe sto-
rende invloeden

OFF

ON

Ruwe omgeving
12m
Niet toelaatbaar voor
ANPI, CNMIS, IMQ, UL,
SKAFOR.

Ruimten met aanzienlijke
storende invloeden

Richtlijn voor de instelling

H

Gebruik in ruimten met een muurlengte van minder dan 5m de gevoelig-
heidsinstelling «Hoge waarden» niet!

Functies

Detector-functiebewaking (zelftest) DIP5
Een zelftest wordt altijd uitgevoerd bij het aanleggen van de voedingsspan-
ning. De melder beschikt bovendien over een periodieke zelftest.
Een verkeerde werking, b.v. sensoruitval, wordt als storing getoond door de
constant rood oplichtende LED en tevens aan de storingsuitgang (klemmen
7+8) en, indien DIP5 = ON, in de toestand onscherp ook op het alarmrelais
gesignaleerd.

Afdekbewaking
Bij maskeringpogingen die de bewegingsdetectie beperken, wordt een anti-
maskmelding gegeven via de uitgang DIST. & AM (klemmen 7+8) en bij loop-
test 
de maskeringindicatie (LED groen) geactiveerd.

Om de bedrijfszekerheid te garanderen moeten besprayde detectordek-
sels worden vervangen. Reinigen volstaat niet.

Gevoeligheid van de afdekbewaking DIP6

Standard

Aanbevolen instelling voor de herkenning van maskeringen.

Hoog

Deze instelling maakt bij zeer hoge risico’s een snellere en gevoeligere
maskeringdetectie mogelijk.

De reikwijdte van de afdekbewaking bedraagt al naargelang het maske-
ringmateriaal ca. 0,20m.

Werking van de afdekbewaking DIP7

Real time

De afdekbewakings-melding volgt de detectortoestand. Een afdekking
wordt slechts zolang getoond als de detector is gemaskeerd. Door de pro-
ducent aanbevolen instelling.

Latch

Eenmaal geactiveerd blijft de afdekbewakings-melding door zelfvergren-
deling bestaan (opgeslagen), tot hij door een afdekbewakings-reset wordt
teruggezet.

Afdekbewakings-reset

Variante1

Bij aanwezige maskering omschakelen op looptest AAN:

- Afdekking verwijderen en bewegingsalarm activeren.
- Terugschakelen op onscherp, waarna de afdekbewaking opnieuw wordt

geïnitialiseerd.

Variante 2

Nieuwe start door spanningsonderbreking.

Het detectiebereik moet na iedere reset of nieuwe start worden gecontro-
leerd.

Indicaties

Toestand besturingsleiding Toestand detector

LED

Scherp-
schakling
Klem 5

Looptest

Klem 4

rood groen

Overgang
naar scherp

naar believen

Geheugen terugzetten

-

-

Scherp

naar believen

Geheugen gereed

-

-

Looptest UIT

Alarm opgeslagen

-

Looptest UIT

Maskering opgeslagen (AM)

-

Onscherp

Zelftest bij opstart

-

Onscherp

Looptest AAN

Looptestalarm

-

Looptest AAN

Maskering

-

Storing (DIST)

-

licht

knippert

constant op

licht
2,5s op

knippert
langzaam

Geheugen-indicaties

Gezette geheugens worden in de toestand onscherp te zamen met looptest
UIT
 getoond.
Het alarmgeheugen (LED knippert rood) toont het resultaat van de laatste
scherpperiode. Met de volgende scherpschakeling wordt dit geheugen altijd
teruggezet.
Het maskeringgeheugen (LED knippert groen) wordt gezet, als er in de laat-
ste scherpperiode voortdurend of tijdelijk sprake was van een dergelijke ge-
beurtenis. Met de volgende scherpschakeling wordt dit geheugen teruggezet,
als er geen maskering meer aanwezig is.

Inbedrijfstelling

1. Voedingsspanning aansluiten.
Bij looptest-indicator AAN knippert de LED langzaam rood tijdens de zelftest
na een herstart (ca. 1 minuut).

- Als de LED uitgaat, is de detector gereed.
- Als de LED blijft rood branden, is er een storing in de detector.

2. Voer de looptest uit, d.w.z. controleer het hele detectiegebied op activering
van het alarm:
Doorkruis rechtop lopend met ca. 1 stap per seconde in de richting van de pij-
len de detectiezone (fig. 1 of 2) en blijf staan. De alarminterpretatie kan ca. 2
tot 3 sec. duren!
De detector moet ook bij het doorkruisen van de randzones van het detectie-
gebied een alarm activeren.

De detector verzegelen 

figuur 3

Een sticker wordt aangebracht over de spleet tussen de bodem en het boven-
stuk als het verzegelen van de detector is voorgeschreven.

Onderhoud

Controleer de detector regelmatig (min. 1 keer per jaar) op de goede werking
(looptest) en verontreiniging. Controleer ook de montage.

Storingen verhelpen

De detector reageert niet

- Controleer of de spiegel is geplaatst.
- Controleer de voedingsspanning en de polariteit.

Geen alarmmelding op de detector

- Controleer de programmering.
- Controleer de besturingssignalen.

Geen alarm

- Controleer het alarmrelais.
- Controleer de alarmlus.

Continu of tijdelijk alarm

- Controleer de gevoeligheidsinstelling.
- DIP5 controleren (maskeringmelding op alarmrelais).

Schakel de detector op looptest, dek het venster van de detector af met karton
en wacht 30 seconden:

- Als de LED blijft rood branden, is de detector defect.
- Als de alarmmelding dooft

- spoor de storingsbronnen in het detectiegebied op,
- verwijder de storingsbronnen,
- controleer de gevoeligheidsinstelling,
- verstel de detector of draai 2

°

 naar beneden.

Onvoldoende bereik

- Controleer de montagehoogte en inclinatie van de detector (fig. 1 of 2).
- Loop dwars door het detectiegebied!
- Controleer het IR-venster op vervuiling.
- Controleer de gevoeligheidsinstelling.

Antimaskmelding tijdelijk of voortdurend

- Detector van dichtbij (tot ca. 0,4m) nakijken op mogelijke afdekkingen (gor-

dijnen, raamvleugels, deuren enz.).

- Afdekbewakings-reset uitvoeren en werkbereik controleren.
- «Real time» kiezen in plaats van «Latch» (DIP7).
- Storing & AM lus controleren.
- Is de spiegeloptiek ingezet?
- Detector vervangen.

Opties

Gordijnspiegel IRS272 figuur 2
De gordijnspiegel IRS272 vormt met zijn overlappende detectiezones een te-
gen passeren goed beveiligd detectiegebied. Monteer de detector op 3m
hoogte in een hoek van 2

°

.

Spiegel vervangen:
Verwijder de breedhoekspiegel met behulp van een schroevendraaier nr. 1 uit
het deksel (fig. 8) en vervang deze door een gordijnspiegel IRS272.

Selecteer de gevoeligheidsinstellingen «Hoge waarden», «Standaard»
of «Verhoogde stabiliteit».
Controleer de spiegel op vervuiling en beschadiging. Raak de pyrosen-
sor niet aan!

Montagehouder IRUM20, IRUM30 figuur 9
Met de montagehouder IRUM20 (wandmontage) en IRUM30 (plafondmon-
tage) kan de detector 

±

45

°

 gedraaid en +10

°

/–15

°

 schuin worden gezet.

Overeenkomstig de omstandigheden en de instelling van de montage-
houder kan de bewaakte zone veranderen t.o.v. de gegevens in fig. 1 of 2.

Goedkeuringen

ANPI, CNMIS, IMQ, UL, SKAFOR

aangevraagd

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Nationale voorwaarden voor goedkeuring die betrekking hebben op de
toepassing van het product, moeten worden nageleefd.

Technische gegevens

Voedingsspanning

8,0...16,0V

DC

 (12V nom.)

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- max. rimpel (0...100Hz)

2,0VSS

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- spanningscontrole

alarm bij <5,5...7,5V

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Stroomverbruik (bij 8...16V

DC

):

- rust

3,2mA

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- maximale stroom (met LED AAN)

12mA

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Alarmuitgang:

- halfleiderrelais

opent bij alarm

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- alarmhoudtijd

2...3s

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- contactbelasting

30V

DC

 / 100mA (ohmsche last)

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- serieweerstand

<45

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Afdekkingsbewakingsuitgang / storingsuitgang:

- halfleiderrelais

opent bij maskering of storing

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- contactbelasting

30V

DC

 / 100mA (ohmsche last)

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- serieweerstand

<45

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Sabotage- / afbreekcontact:

- contactbelasting

30V

DC

 / 100mA (ohmsche last)

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Besturingsingangen

LOW 

1,5V / HIGH 

3,5V

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Loopsnelheden:

- groothoekspiegel (standaard)

0,1...4,0m/s

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- gordijnspiegel IRS272 (optie)

0,1...4,0m/s

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Omgevingscondities:

- bedrijfstemperatuur

- 20

°

C...+55

°

C

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- opslagtemperatuur

- 20

°

C...+60

°

C

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- luchtvochtigheid (EN60721)

<95%rH, niet-condenserend

. . . . . . . . . . . . . 

- Elektromagn. compatibiliteit

tot 2GHz 30V/m

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

- Veiligheidsklasse behuizing EN60529, EN50102

IP41/IK02

. . . . . . . . . . . 

Bestelinformatie

IR270CT Passief-infrarooddetector

A5Q00003273

. . . . . . . . . . . . . . . . . . 

IRS272 Gordijnspiegel (4 stuks)

571 733

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

IRUM20 Montagehouder, muur

562 247

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

IRUM30 Montagehouder, plafond

562 250

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Kleefzegel

503 251

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Summary of Contents for IR270CT

Page 1: ... Specchio a tenda Curtain mirror Vorhang Spiegel Espejo de cortina Gordijnspiegel 4 1 Breedhoekspiegel Miroir grand angle 15m 10m 5m 0 h 2 2m 7 2ft max 2 5m 8 2ft min 2 0m 6 5ft 0 0 0 9m 20m 2 15m 10m 5m 0 5m 0 20m 1m h 2 2m 7 2ft max 3 5m 11 5ft min 2 0m 6 5ft 0 0 9m 25m Wall mounting Wandmontage Montage sur mur Montaggio a muro Montaje en pared Montage op een mur Corner mounting Eckmontage Monta...

Page 2: ...olares Vermijd direct of indirect zonlicht Do not install the detector outdoors Melder nicht im Freien montieren Ne pas monter le détecteur à l extérieur Non montare il rivelatore all aperto No montar el detector al aire libre Uitsluitend voor installatie binnenshuis Avoid looking directly at air conditioning or heat sources Zonen nicht direkt auf Kälte bzw Wärmequellen richten Ne pas diriger les ...

Page 3: ...al is activated it is retained stored on self hold until it is reset by carrying out an antimask surveillance reset Antimask surveillance reset Variant1 With masking present switch over to walktest ON Remove the masking and trigger the motion alarm Switch back to unset and the antimask surveillance will then be re initial ised Variant 2 Restart due to voltage cut The detection area must be checked...

Page 4: ...tellt wird Abdecküberwachungs Reset Variante1 Bei anstehender Maskierung auf Gehtest EIN umschalten Abdeckung entfernen und Bewegungsalarm auslösen Zurückschalten auf Unscharf worauf die Abdecküberwachung neu initia lisiert wird Variante 2 Neustart durch Spannungsunterbruch Der Detektionsbereich muss nach jedem Reset oder Neustart überprüft werden LED Anzeigen Zustand Steuerleitung Zustand Melder ...

Page 5: ...e contrôle de recouvrement sera à nou veau initialisé Variante 2 Réinitialisation en coupant l alimentation Le domaine de détection doit être contrôlé après chaque remise à zéro ou nouveau démarrage Affichages DEL Etat ligne de contrôle Etat détecteur DEL Commuta tion amorcée Borne 5 Test de dé placement Borne 4 rouge verte Change ment sur amorcé au choix Remise à l état initial de la mémoire Amor...

Page 6: ...to Rimuovere il mascheramento e far scattare un allarme di movimento Commutare su stato disarmato e a questo punto la sorveglianza antima scheramento verrà inizializzata nuovamente Variante 2 Rimessa in funzione a causa di una interruzione di tensione Dopo un reset o una rimessa in funzione l area di rivelazione dovrà esse re controllata Visualizzazione Stato della linea di controllo Stato del riv...

Page 7: ... de desplazamiento activada Retire la máscara y active la alarma de movimiento Cambie de nuevo a desarmado y la supervisión de antienmascaramiento se reinicializará Variante 2 Rearranque debido a un corte de tensión Después de cada reinicialización o rearranque deberá comprobarse el área de detección Visualizaciones Estado de la línea de control Estado del detector LED Armado desarmado Terminal 5 ...

Page 8: ...1 Bij aanwezige maskering omschakelen op looptest AAN Afdekking verwijderen en bewegingsalarm activeren Terugschakelen op onscherp waarna de afdekbewaking opnieuw wordt geïnitialiseerd Variante 2 Nieuwe start door spanningsonderbreking Het detectiebereik moet na iedere reset of nieuwe start worden gecontro leerd Indicaties Toestand besturingsleiding Toestand detector LED Scherp schakling Klem 5 Lo...

Reviews: