42
■
Dek met uw pan altijd een zo groot mogelijk vlak van de
kookzone af.
■
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
■
Kies een geschikte doorkookstand. Met een te hoge
doorkookstand verspilt u energie.
■
Maak gebruik van de restwarmte van de kookplaat. Schakel
bij langere bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd de kookzone uit.
Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten.
Op
pagina 2
vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Het bedieningspaneel
Aanwijzingen
■
Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de betreffende
functie geactiveerd.
■
Houd de bedieningsvlakken altijd droog. Vocht heeft een
nadelige invloed op de werking.
■
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van indicaties en
sensoren komen. De elektronica kan oververhit raken.
De kookzones
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een
•
op het display, dan is de kookzone nog
heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of couverture
smelten. Koelt de kookzone verder af, dan verandert de
indicatie in
œ
. De indicatie verdwijnt wanneer de kookzone
voldoende afgekoeld is.
Indicaties
‚
-
Š
Kookstanden
•
/
œ
Restwarmte
‰‰
Timer
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
ð
Kookzone met twee ringen
0+
Instelbereik
0
Timer
Kookzone
Bij- en uitschakelen
$
Kookzone met één ring
ð
Kookzone met twee ringen
Kookzone kiezen, het symbool
ð
aanraken
Bijschakelen van de kookzone: de betreffende indicatie is verlicht.
Inschakelen van de kookzone: de grootte die het laatst is ingesteld, wordt automatisch gekozen