Modellen: 12V 8A, voor accu’s van 5 Ah tot 250Ah
Deze nieuwe serie elektronische acculaders is ontwikkeld om alle soorten
loodaccu’s, traditionele accu’s en laatste
generatie
accu’s op te laden. Deze acculaders zijn bijzonder geschikt om dagelijks te worden gebruikt als
onmisbaar hulpmiddel en als langdurige druppellader.
Alle laadparameters worden ingesteld met de toets van de laadfuncties, die zich op het bedieningspaneel bevindt.
Afhankelijk van het model kan het volgende worden ingesteld:
-
het type accu (STD: nat of gel en AGM: start & stop of spiral), lithiumbatterijen: LiFePO4
-
de laadstroom op grond van het accuvermogen
- de werkcyclus die moet worden verricht: langzaam laden, snelladen en koud klimaat; laden van een uitgeputte
accu en stroomvoorziening ter vervanging van de accu
De apparaten zijn verder voorzien van meldingen op het display en leds die alarm slaan bij polariteitinversie, een
defecte accu en een verkeerde spanning.
Ze zijn van gemaakt van isolerend materiaal, met mogelijkheid tot muurbevestiging, hebben een hoge
beschermingsgraad tegen invloeden van buitenaf en zijn beschermd tegen oververhitting en kortsluiting. Ze zijn
voorzien van klemmen en connector voor accessoires.
OPLAADCYCLI
De oplaadcycli van de nieuwe acculaders zijn speciaal ontwikkeld om het laden van alle typen
accu’s te
optimaliseren, die op de markt aanwezig zijn. De talrijke fabricagetechnologieën van de
accu’s die momenteel in
de handel zijn, hebben voor een correcte en volledige lading verschillende laadcurves nodig. Deze acculaders
verlengen de levensduur van uw
accu’s, omdat ze elke accu de juiste oplaadcyclus bieden.
RECOVERY FUNCTIE (RECON)
: met deze laadmodus kunnen natte accu’s van 12Volt, die lang niet zijn gebruikt
en stratificatie van het zuur vertonen, worden opgeladen. Deze functie behandelt de elektrolytoplossing van de
accu, waarbij die opnieuw wordt gemengd en de stratificatie ongedaan wordt gemaakt.
SUPPLY FUNCTIE
: De acculaders zijn voorzien van de Supply functie (voedingseenheid). Deze functie maakt
het mogelijk de geheugens van een voertuig actief te houden tijdens het vervangen van de accu of in alle gevallen
waarin de accu wordt losgekoppeld van het circuit van het voertuig.
ANALYSE VAN DE ACCU EN FOUTMELDINGEN
De acculaders zijn zodanig ontworpen dat ze de staat van de
accu voor en na het opladen analyseren. Ze melden eventuele storingen in de verbinding tussen de acculader en
de accu die moet worden opgeladen. Op het digitale display kan een foutcode worden weergegeven, zodat de
storing die zich heeft voorgedaan snel en eenvoudig kan worden gecontroleerd.
OPLADEN
Accu’s opladen die op het voertuig zijn aangesloten.
1.
Voordat u met opladen begint, controleert u of de stroomkabel van het elektriciteitsnet is gekoppeld.
2.
Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de negatieve klem
aangesloten.
3.
Een accu opladen met de negatieve klem op de massa van het voertuig aangesloten.
•
Sluit de uitgangsgeleider met de rode klem aan op de positieve pool (+) van de accu.
•
Sluit de uitgangsgeleider met de zwarte klem aan op de massa van het voertuig, ver van de accu en de
brandstofleiding
4.
Een accu opladen met de positieve klem op de massa van het voertuig aangesloten.
•
Sluit de uitgangsgeleider met de zwarte klem aan op de negatieve pool (-) van de accu.
•
Sluit de uitgangsgeleider met de rode klem aan op de massa van het voertuig, ver van de accu en de
brandstofleiding
5.
Ringkabelschoenen gebruiken
•
Sluit de uitgangsgeleider met het zwarte oog aan op de negatieve pool (-) van de accu.
•
Sluit de uitgangsgeleider met het rode oog aan op de positieve pool (+) van de accu.
•
Controleer of de twee ogen goed aan de klemmen van de accu zijn bevestigd en een optimaal elektrisch contact
garanderen.
•
Bevestig het uiteinde van de uitgangsgeleiders met ogen goed op een punt van het voertuig ver van de
brandstofleiding (gebruik geen metalen kabelbinders of ander materiaal dat de uitgangskabel kan beschadigen).
•
De snelkoppeling van de geleiders met oog is voorzien van een isolerend hermetisch beschermdopje.
LET OP Doe na het opladen altijd het rubberen dopje op de snelkoppeling.
DE ACCULADER GEBRUIKEN
1.
Zodra de kabels van de uitgangsgeleiders op de accu zijn aangesloten, doet u de stroomkabel van het
apparaat in het stopcontact. Controleer of de spanning overeenkomt met de nominale spanning van de
acculader;