910045 de-en-fr-nl ma 2012
49/50
Tip: Deze geheugenfunctie is vooral nuttig als de magnetron wordt gebruikt om voedsel te koken bij verschillende
vermogensinstellingen. Als aanvankelijk een hogere vermogensinstelling geselecteerd wordt, kan het vermogen in een later
stadium worden verlaagd om het voedsel warm te houden en om ervoor te zorgen dat de warmte gelijkmatig verdeeld blijft als
het voedsel gereed is.
Tijdklok
De magnetron kan zodanig voorgeprogrammeerd worden dat het zal starten op een vastgestelde tijd. Echter, controleer altijd eerst of
de tijd op het apparaat juist is ingesteld voordat men de tijdklok functie gebruikt.
1. Zet de tijd (zie z
etten van de klok
).
2. Zet het gewenste programma. De unit geeft de mogelijkheid om 3 programma’s in te stellen; echter, geen van de
ontdooiprogramma’s kunnen uitgekozen worden met de tijdklok. Druk nooit op de toets.
3. Druk op
. De huidige tijd wordt aangegeven en het uur display zal knipperen.
4. Gebruik de en
toetsen om het gewenste uur in te stellen (tussen 0-23 resp. 1-12) waar men de unit op laat starten.
5. Druk op
. De minuten display zal knipperen.
6. Gebruik de en
toetsen om de gewenste minuten in te stellen (tussen 0-59) waar men de unit op wil laten starten.
7. Druk op
. Het gewenste programma zal starten op de voorgeprogrammeerde tijd, wanneer 2 akoestische signalen hoorbaar
zullen zijn.
Veiligheidsinrichting voor kinderen:
Deze veiligheidsinrichting dient om te voorkomen dat kinderen het apparaat zonder toezicht in werking stellen.
Om de veiligheidsinrichting te activeren, druk op gedurende 3 seconden. Het
symbool (sluitsymbool) wordt op het display
weergegeven.
Om de veiligheidsinrichting uit te schakelen, druk opnieuw op gedurende 3 seconden. Het
symbool verdwijnt van het
display.
Noot: Ingeval u met het apparaat een schakelprobleem heeft, eerst controleren of de veiligheidsinrichting niet geactiveerd is.
Onderhoud en schoonmaken
∙
Voordat men het apparaat schoonmaakt moet men zorgen dat de stekker uit het stopcontact is gehaald en het apparaat volledig
is afgekoeld.
∙
Maak het apparaat niet schoon met water. Zorg ervoor dat geen water, hoe klein de hoeveelheid ook is, in de ventilatiegaten
komt aan de binnen of buitenkant van het apparaat. Gebruik geen stoomapparaten voor het schoonmaken.
∙
De binnenkant moet schoongemaakt worden na ieder gebruik. Alle etensresten moeten verwijderd worden. De binnenkant van de
deur, het deurframe, de rolring/aandrijfunit en het geleider gebied onder het glazen draaiplateau moeten altijd schoongehouden
worden.
∙
Het hele apparaat mag schoongemaakt worden met een vochtige pluisvrije doek en een zachte huishoudzeep. Veeg hem hierna
goed droog.
∙
Gebruik geen schurende of bijtende schoonmaakmiddelen. Spuitbussen die speciaal ontworpen zijn voor het schoonmaken van
gewone ovens mogen niet gebruikt worden.
∙
Het grillrek, draaiplateau en rolring/aandrijfunit mogen in warm zeepwater schoongemaakt worden.