www.scheppach.com /
+(49)-08223-4002-99 /
+(49)-08223-4002-58
107 / 136
21
LET OP!
–
Bij dubbele versteksneden is uiterste voorzich
-
tigheid geboden.
22
LET OP!
–
Bij gebruik van andere inzetstukken en andere
accessoires bestaat gevaar voor persoonlijk
letsel.
23
Laat de machine repareren door een erkend elek-
tricien
–
Dit elektrisch gereedschap beantwoordt aan de
desbetreffende veiligheidsbepalingen. Herstel-
lingen mogen enkel door een elektrovakman
worden verricht, anders kunnen zich ongelukken
voor de gebruiker voordoen.
Waarschuwing! Dit elektrisch apparaat genereert een
elektromagnetisch veld als het is ingeschakeld. Dit
veld kan onder bepaalde omstandigheden interfereren
met actieve of passieve medische implantaten. Om het
risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken, raden
we personen met medische implantaten aan om hun
arts en de fabrikant van het medische implantaat te
raadplegen voordat de machine wordt gebruikt.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor decou-
peerzagen
• Deze decoupeerzaag mag alleen in droge ruimtes en
niet buiten worden gebruikt.
• Zaag buiten de beschermkap voor het zaagblad geen
voorwerpen die te klein zijn cm met de hand vast te
kunnen houden.
•
Plaats uw hand niet in ongunstige posities waarbij ze
door een plotseling wegglijden makkelijk het zaagblad
kunnen raken.
•
Werk altijd met een beschermkap cm geen verwandin
-
gen op te lopen als het zaagblad breekt.
• Verlaat nooit uw werkpiek als de decoupeerzaag is in-
geschakeld cf de machine nog niet helemaal stilstaat.
• Als het zaaggereedschap in werking is, mag u op de
tafel geen layout-, montagecf opbouw werkzaamhe
-
den verrich ten.
• Schakel de decoupeerzaag pas in, nadat u alle voor-
werpen (gereedschap, houtspaanders, enz.), behalve
het werkstuk en de apparaten voor het toevoeren en
ondersteunen voor de geplande werkzaamheden, van
de tafel hebt verwijderd.
Restrisico’s
De machine is gebouwd naar de huidige stand van
de techniek en de erkende veiligheidstechnische re-
gels. Desondanks kunnen tijdens het werken met de
machine bepaalde restrisico’s optreden.
•
Bij niet-correcte geleiding of plaatsing van te slijpen
werkstukken bestaat kans op letsel voor vingers en
handen door de ronddraaiende slijpschijf.
•
Bij ondoelmatig vastklemmen of geleiden kan door
wegschietende werkstukken letsel ontstaan.
•
Bij gebruik van elektrische bekabeling die niet aan de
voorschriften voldoet, kunnen gevaren ontstaan ten
gevolge van elektrische stroom.
14
Onderhoud uw gereedschap zorgvuldig
–
Hou uw gereedschappen scherp en schoon om
goed en veilig te werken.
–
Neem
–
de onderhoudsvoorschriften en de instructies
voor het verwisselen van gereedschappen in
acht.
–
Controleer regelmatig de stekker en de kabel
en laat deze bij beschadiging door een erkende
vakman vervangen.
–
Controleer de verlengkabel regelmatig en ver-
vang beschadigde kabels.
–
Hou handgrepen droog en vrij van olie en vet.
15
Neem de stekker uit het stopcontact
–
Verwijder nooit losse houtsplinters, houtkrullen
of vastzittende houtstukken als het zaagblad
draait.
–
Als u de machine niet gebruikt, voordat u onder-
houd uitvoert of gereedschappen wisselt, zoals
zaagbladen, boren en frezen.
16
Laat geen gereedschapssleutels steken
–
Controleer of de sleutels en afstelgereedschap-
pen verwijderd zijn alvorens de zaag aan te
zetten.
17
Voorkom onbedoelde inschakeling
–
Controleer of de schakelaar is uitgeschakeld
wanneer u de stekker in het stopcontact steekt.
18
Gebruik een verlengsnoer voor gebruik buitenshuis
–
Gebruik buitenshuis uitsluitend verlengsnoeren
die hiervoor zijn goedgekeurd en die als zodanig
zijn gelabeld.
–
Gebruik de snoeren alleen als de trommel is
afgerold.
19
Blijf steeds alert
–
Ga voorzichtig te werk. Gebruik uw gezond
verstand tijdens de werkzaamheden. Gebruik
de machine niet wanneer u niet geconcentreerd
bent.
20
Controleer uw toestel op beschadigingen
–
Voordat u het gereedschap verder gebruikt dient
u de veiligheidsinrichtingen of licht beschadigde
onderdelen zorgvuldig op hun behoorlijke en
reglementaire werkwijze te controleren.
–
Controleer of de bewegelijke onderdelen naar
behoren functioneren en niet klem zitten alsook
of onderdelen beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten naar behoren gemonteerd zijn om de
veiligheid van de machine te verzekeren.
–
De bewegende beschermkap mag niet in ge-
opende stand worden vastgeklemd.
–
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en on-
derdelen dienen deskundig door een erkende
vakwerkplaats te worden hersteld of vervangen
tenzij in de handleidingen anders vermeld.
–
Beschadigde schakelaars dienen door een klan-
tendienst-werkplaats te worden vervangen.
–
Gebruik geen defecte of beschadigde aansluit-
kabels.
–
Gebruik geen gereedschappen waarvan de
schakelaar niet kan worden in- of uitgeschakeld.
NL