1.Koelfunctie
-
Druk op de knop 'Modus' (functie) tot het pictogram 'Koelen' verschijnt.
-
Druk op de knop "
▲
" of "
▼
" om de gewenste temperatuur te
selecteren.
-
Druk op de knop 'Speed' om de windsnelheid te selecteren.
2.Ontvochtigingsfunctie
-
Druk op de knop 'Modus' (functie) tot het pictogram 'Ontvochtigen' verschijnt.
-
De temperatuur wordt automatisch 2 graden lager ingesteld dan de
kamertemperatuur.
-
De ventilatiesnelheid wordt automatisch ingesteld op 'laag'.
3.Snelheid
-
Druk op de knop 'Modus' tot het pictogram 'Ventilator' verschijnt.
-
Selecteer de ventilatiesnelheid door op de knop 'Ventilatorsnelheid' te
drukken.
4.Verwarmingsfunctie (deze functie is niet beschikbaar op dit model)
5.Timer functie
‘Aan' timer
-
Wanneer de airconditioner uitgeschakeld is, drukt u op de knop 'Timer'
en selecteert u de gewenste tijd met behulp van de temperatuur- en
timerknoppen.
-
De timerduur (Preset ON Time) wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
‘UIT' timer
-
Wanneer de airconditioner is ingeschakeld, drukt u op de knop 'Timer'
en selecteert u met behulp van de temperatuur- en timerknoppen de tijd
waarop u de unit wilt uitschakelen.
-
De timerduur (Preset OFF Time) wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
6.Evacuatie
-
Wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt,
verwijdert u de rubberen punt uit de uitlaatopening onder het apparaat
en sluit u de uitlaatslang aan op de uitlaat aan de onderkant van de
airconditioner. Het water uit de tank loopt weg.
-
Als de waterpomp beschadigd is, kan deze continue afvoermethode
worden gebruikt. Door het gebruik van deze methode wordt de
waterpomp niet geactiveerd, maar kan het apparaat zonder ongemak