5
1.1 Code invoer
Het elektronische slot werkt met een zescijferige code. Er kan een tweede openingscode worden
geprogrammeerd. Iedere invoer wordt bevestigd door een enkele pieptoon en het oplichten van het groene
lampje. De ENTER toets wordt altijd bevestigd door een dubbele pieptoon en door het groene lampje dat twee
keer knippert.
Na het intoetsen van een geldige code volgt er een dubbele pieptoon en het groene lampje knippert twee keer. Bij
een ongeldige code hoort u drie keer een pieptoon en knippert het rode lampje drie keer. Wacht dan totdat er een
pieptoon klinkt en het groene lampje knippert alvorens opnieuw de code te toetsen.
1.2 Kluis openen
Toets * en vervolgens de zescijferige code (fabriekscode 123456) gevolgd door ENTER in. Ontgrendel de deur
binnen zes seconden door middel van de handgreep of knop. Draai de knop naar de open-positie of beweeg de
handgreep naar beneden.
1.3 Kluis sluiten
Sluit de deur volledig en draai de knop in sluit-positie tot deze blokkeert. De modellen met een handgreep
vergrendelen automatisch bij het sluiten van de deur (zie figuur 2, pagina 7). U kunt testen of het slot is
vergrendeld door de handgreep in de open-positie te draaien.
1.4 Blokkering
Het toetsenbord wordt automatisch vijf minuten geblokkeerd indien er drie foutieve codes achter elkaar worden
ingevoerd. Gedurende deze periode knippert het rode lampje elke tien seconden. Wanneer u na afloop van de
blokkeerperiode weer twee keer een foutieve code ingeeft, volgt er opnieuw een wachttijd van vijf minuten.
1.5 Veiligheidsadvies
Zet bij het in gebruik nemen van de kluis direct de standaard fabriekscode om in uw eigen persoonlijke
toegangscode. Wanneer u een code kiest, vermijd dan voor de hand liggende combinaties zoals de getallen van
uw geboortedatum of een deel van uw telefoonnummer of postcode. Onthoud de code en houd deze voor uzelf.
Wilt u de code toch graag opschrijven, bewaar deze dan op een veilige plek.
1. Algemeen